Met de toets kunt u dit scherm verlaten en terugkeren naar het venster in de ruststand.
Met de pijlen kunt u zich verplaatsen om het pictogram en dus de gewenste functie te
selecteren.
Pictogram
Betekenis
Inschakelingen. Geeft toegang tot het menu voor het in- en uitschakelen van het volledige
alarmsysteem of van de afzonderlijke zones.
Status en lijst van gebeurtenissen. Geeft toegang tot het menu voor het bekijken van de
gebeurtenissen die zijn opgeslagen door het bedieningspaneel en de systeemstatus.
Paniek. Hiermee kunt u een paniekalarm activeren.
Voorkeuren. Geeft toegang tot het aanpassingsmenu van het display, audio, datum en tijd en
wijziging van uw pincode
Toegang Installateur. Geeft toegang tot het venster met de diensten die zijn toegestaan voor
een gebruiker van niveau 3.
Systeemtest. Geeft toegang tot het menu voor de systeemtest.
Verlaten. Hiermee verlaat u het hoofdmenu en keert het bedieningspaneel terug naar de
ruststand.
2.1.4
Status van de afzonderlijke zones
De status van de zones wordt verkregen door op de toets in het venster van de ruststand
te drukken: een zone kan één van de statussen aannemen en dus één van de pictogrammen
die is beschreven onder "Inbraakalarmsysteem" in de tabel Betekenis van de pictogrammen -
par. 2.1.1
2.2
LED
Rechts naast het display zijn 4 LED's geplaatst.
Geeft aan dat de batterij van het bedieningspaneel defect is.
Geeft aan dat er enkele verplichte meldingen zijn opgeslagen die nog niet zijn bekeken. Zichtbaar
met uitgeschakeld systeem.
Meldt een alarm (inbraak, sabotage).
Meldt geen Overval-alarmen. Alleen zichtbaar voor ingelogde gebruikers.
Meldt een verblinding (jamming) van het systeem.
Bij een storing of alarm brandt de bijbehorende LED, behalve als er geen netspanning is en er
alleen batterijvoeding is. In het laatste geval knipperen de LED's langzaam om energie te
besparen (2 seconden aan, 6 seconden uit). De LED wordt automatisch uitgeschakeld
2 CS M60 07 31 D09 01
B US CH -/ABB -S ECUR E@HO M E
9/67