VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT
HET APPARAAT AANSLUITEN
AANSLUITEN OP EEN NETWERK
Als u het apparaat wilt aansluiten op een netwerk, sluit u de LAN-kabel aan op de
netwerkingang van het apparaat. Gebruik een afgeschermde LAN-kabel.
Nadat u het apparaat hebt aangesloten op het netwerk, moet u het IP-adres en andere
netwerkinstellingen configureren, voordat u de software installeert. (De
standaardfabrieksinstelling voor het IP-adres is dat het IP-adres automatisch wordt
ontvangen wanneer het apparaat wordt gebruikt in een DHCP-omgeving.)
Netwerkinstellingen kunnen worden geconfigureerd met "Netwerkinstellingen" in de
systeeminstellingen (beheerder) op het apparaat.
• Als u het apparaat gebruikt in een DHCP-omgeving, verandert het
IP-adres van het apparaat mogelijk. Wanneer dit gebeurt, kan er niet
geprint worden. U kunt dit voorkomen door een WINS-server te
gebruiken of door het apparaat een permanent IP-adres toe te kennen.
• In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de software instelt in een
Windows-netwerkomgeving.
• Als u het apparaat wilt gebruiken in een IPv6-netwerk, moet de
IPv6-instelling zijn ingeschakeld in "Netwerkinstellingen" in de
systeeminstellingen (beheerder).
Het IP-adres van het apparaat controleren
Om het IP-adres van het apparaat te controleren, drukt u de "Lijst Alle
Gebruikersinstellingen" in de systeeminstellingen af. Volg onderstaande stappen om de
"Lijst Alle Gebruikersinstellingen" af te drukken.
Druk op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN], druk op de toets [Lijst afdrukken
(gebruiker)] en druk vervolgens op de toets [Afdrukken] van de lijst met alle
gebruikersinstellingen.
HET APPARAAT AANSLUITEN MET EEN USB-KABEL (Windows)
U kunt het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een computer als dit een
Windows-computer is. (De USB-interface op het apparaat kan niet worden gebruikt in
een Macintosh-omgeving.)
Terwijl het printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd, dienen het apparaat en de
computer aangesloten te zijn. Als de USB-kabel wordt aangesloten voordat het
printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd, zal het printerstuurprogramma niet correct
worden geïnstalleerd. Zie "WANNEER HET APPARAAT WORDT AANGESLOTEN MET
EEN USB-KABEL" (in de bedieningshandleiding) voor de procedure voor het aansluiten
van een USB-kabel.
28