Aandeel brijn
Aandeel water
Vriespunt* van het waterige
ethyleenglycolmengsel
Koudebescherming** van het
waterige ethyleenglycolmengsel
* Vriespunt
** Koudebescherming
▶
Controleer de mengverhouding van de brijnvloeistof.
–
Werkmateriaal: Refractometer
Bij bijzondere eisen zijn voor de warmtebronnen bodem ook
de volgende warmtedragend media door Vaillant toegestaan:
–
Waterachtige oplossing met 33% ± 1% vol. propyleengly-
col
7.2.2
Brijncircuit vullen
67
33
61
48
66
33
Vuilfilter
37
Automatische luchtaf-
scheider
42a
Brijn veiligheidsklep
48
Manometer (optioneel)
61
Afsluitklep
62
Afsluitklep
63
Afsluitklep
65
Brijnopvangbak
1.
Monteer het vuilfilter (33) in de drukleiding.
2.
Sluit de drukleiding van de vulpomp aan het afsluitven-
tiel (62) aan.
3.
Sluit de afsluitklep (63).
4.
Open de afsluitklep (62).
5.
Sluit een in de brijnvloeistof uitmondende slang op het
afsluitventiel (61) aan.
6.
Open de afsluitklep (61).
0020213384_03 flexoCOMPACT exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
Vrijgegeven
omgevingsbron
Bo-
dem/grondwatermodule
30 %-vol.
70 %-vol.
-16 °C
-18 °C
Vanaf deze temperatuur
ontstaan de eerste ijs-
kristallen in de brijnvloei-
stof.
Bij deze temperatuur is
de helft van het vloeistof-
volume gestold, het is
een ijsbrij geworden.
71
42a
65
62
63
37
66
Brijnreservoir
67
Vulpomp
71
Brijn-membraanexpan-
sievat
A
Van warmtebron naar
de warmtepomp (brijn
warm)
B
Van warmtepomp naar
de warmtebron (brijn
koud)
Installatie vullen en ontluchten 7
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door ver-
keerde vulrichting!
Wordt de brijnpomp tegen de stromingsrich-
ting in gevuld, dan kan dit tot een turbine-ef-
fect met beschadiging van de pompelektro-
nica leiden.
▶
Zorg ervoor dat het vullen van de brijn-
pomp in de stromingsrichting plaatsvindt.
7.
Vul de brijnvloeistof met behulp van de vulpomp (67) uit
het brijnreservoir (66) in het brijncircuit.
7.2.3
Brijncircuit ontluchten
1.
Start de vulpomp (67) om het brijncircuit te vullen en te
spoelen.
2.
Smoor het vermogen van de vulpomp om de invoer van
lucht in het brijncircuit te reduceren.
3.
Laat de vulpomp (67) minstens 10 minuten lopen om
een voldoende vulling en spoeling te bereiken.
4.
Sluit daarna de afsluitkleppen (61) en (62) en schakel
de vulpomp (67) uit.
5.
Herhaal de spoelprocedure eventueel.
6.
Open de afsluitklep (63).
7.2.4
Druk in het brijncircuit opbouwen
1.
Zet het brijncircuit met de vulpomp (67) onder druk.
Aanwijzing
Voor een perfecte werking van het brijncircuit
is een vuldruk van 0,17 MPa (1,7 bar) ver-
eist. De veiligheidsklep opent bij 0,3 MPa (3
A
bar).
B
2.
Lees de druk aan een manometer (ingebouwd) af.
–
Werkdrukbereik brijnvloeistof: 0,07 ... 0,20 MPa
(0,70 ... 2,00 bar)
3.
Bouw de druk in het brijncircuit op door met de vulpomp
via het openen van de afsluitklep (62) brijnvloeistof bij
te vullen.
4.
Verminder evt. de druk in het brijncircuit door het afsluit-
ventiel (61) te openen en zo brijnvloeistof af te tappen.
5.
Controleer de vuldruk van het brijncircuit op het display
van de warmtepomp.
6.
Herhaal evt. de procedure.
7.
Verwijder beide slangen aan de kleppen (61) en (62).
8.
Voer een bijkomende ontluchting na de ingebruikne-
ming van de warmtepomp uit.
9.
Voorzie het reservoir met de resterende brijnvloeistof
volgens de gegevens van het type van de brijnvloeistof
en de ingestelde concentratie.
10. Geef het reservoir met de resterende brijnvloeistof aan
de gebruiker door om te bewaren. Wijs de gebruiker
op het gevaar voor brandwonden bij de omgang met
brijnvloeistof.
23