dIXEL
dIXEL
dIXEL
dIXEL
dP2 Probe 2 temperature (evaporator): Afbeelding van de verdampersonde.
dP3 Probe 3 temperature (display): Afbeelding van de derde sonde.
Pr2 Access to the protected parameter list (enkel lezen).
7. DIGITALE INGANGEN
Deze toestellen kunnen tot 2 digitale ingangen verdragen (spanningsloze). Eén ervan is altijd gebruikt als deurschakelaar, de andere is programmeerbaar in 7 verschillende configuraties door de "I2F" parameter
7.1 DEURINGANG
Het geeft de toestand aan van de deur en van de corresponderende relais uitgang via de "odc" parameter:
no = normaal (iedere verandering);
Fan = Ventilator UIT;
CPr = Compressor UIT;
F_C = Compressor UIT.
Na een vertraging (ingesteld via "dOA") zal de alarmuitgang geactiveerd worden en de boodschap "dA" op het scherm komen als de deur openstaat. Het alarm stopt zodra de externe digitale ingang niet meer
geactiveerd is. De alarmen voor hoge en lage temperatuur zijn uitgeschakeld zolang de deur openstaat en ook gedurende de vertraging "dot" na het sluiten van de deur
7.2 CONFIGUREERBARE INGANG - GENERIC ALARM (EAL)
Van het ogenblik dat de digitale ingang is geactiveerd, zal de eenheid wachten op de "did" vertraging alvorens het "EAL" alarmbericht te signaleren. De toestand van de uitgang verandert niet. Het alarm stopt juist nadat
de digitale ingang is gedeactiveerd.
7.3 CONFIGUREERBARE INGANG - PANIC ALARM (i2F = PAn)
Van het ogenblik dat de digitale ingang is geactiveerd, zal de eenheid de melding "PAn" weergeven, en zullen de buzzer, Panic LED en alarmrelais aan gaan. De toestand van de andere uitgangen blijft ongewijzigd. Het
alarm stopt juist nadat de digitale ingang is gedeactiveerd
7.4 CONFIGUREERBARE INGANG - SERIOUS ALARM MODE (BAL)
Wanneer de digitale ingang is geactiveerd, zal de eenheid wachten op de "did" vertraging alvorens het "BAL" alarmbericht te signaleren. De relaisuitgangen zijn uitgeschakeld. Het alarm zal stoppen vanaf het ogenblik
dat de digitale ingang is gedeactiveerd.
7.5 CONFIGUREERBARE INGANG - DRUKSCHAKELAAR (PAL)
Als gedurende de intervaltijd vastgelegd door de "did" parameter, de drukschakelaar het aantal activaties heeft bereikt van de "nPS" parameter, zal het "PAL" drukalarm worden afgebeeld. De compressor en de
regulatie zijn gestopt.. Wanneer de digitale ingang ingeschakeld is, is de compressor altijd uitgeschakeld..
7.6 CONFIGUREERBARE INGANG – BEGIN ONTDOOIING (DFR)
Het voert een ontdooiing uit als de voorwaarden vervult zijn. Nadat het ontdooien is voltooid, zal de normale regulatie herbeginnen maar enkel als de digitale ingang uitgeschakeld is, anders zal het toestel wachten tot de
"Mdf" veiligheidstijd is verstreken.
7.7 CONFIGUREERBARE INGANG - ACTIVERING AUX RELAIS (AUS)
Deze functie laat toe om via de digitale ingang het aux relais te activeren/desactiveren.
7.8 CONFIGUREERBARE INGANG - ENERGY SAVING (ES)
De Energiebesparingsfunctie laat ons toe de waarde van het setpunt te veranderen als gevolg van: SET+ HES (parameter). Deze functie is enkel actief zolang de digitale ingang is geactiveerd..
7.9 CONFIGUREERBARE INGANG - AAN/UIT ZETTEN VANOP AFSTAND (ONF)
Deze functie laat ons toe het toestel AAN en UIT te schakelen.
7.10 CONFIGUREERBARE INGANG - HOLIDAY FUNCTION (HDF)
Tijdens de vakantiefunctie volgen de Engergiebesparings en de ontdooiingscycli de vakantietijden. (Sd1...Sd8)
7.11 POLARITEIT DIGITALE INGANGEN
De digitale ingangspolariteit steunt op de parameters "I1P" en "I2P"
CL : de digitale ingang is geactiveerd door het contact te sluiten; OP : de digitale ingang is geactiveerd door het contact te openen
8. INSTALLATIE EN MONTAGE
De best aanbevolen temperatuur voor een correcte werking is 0 - 60 °C. Vermijd plaatsen waar het toestel onderhevig is aan sterke trillingen, corrosieve gassen, veel vuil of hoge vochtigheid. Hetzelfde geldt voor het
gebruik van de sondes. Laat luchtcirculatie toe via de openingen in de regelaar. Door de speciaal bedachte behuizing is het mogelijk om de schakelkast toe te passen bij inbouw, als bij opbouw toepassingen.
8.1 MUURBEVESTIGING
1.
Schroef de 4 schroeven los (Fig. 1, A, B, F, G) en verwijder het deksel (Fig. 1, C).
2.
Schroef de 2 schroeven (Fig. 1, D, E) die het front met de achterzijde verbinden los, en verwijder de voorzijde.
3.
Maak de kabeldoorgangen aan de onderzijde door gebruik te maken van de centers die reeds aanwezig zijn (Fig. 3, H, I, ). Maak nu de gaten in de muur voor de bevestiging van de kast (Fig. 3, L, M, N).
4.
Bevestig de kabeldoorgangen in de kast.
5.
Bevestig nu de achterzijde van de kast aan de muur gebruik makend van de dichtingsringen (Fig. 3, L, M, N) .
6.
Voer de kabels door de kabelingangen.
7.
Bevestig opnieuw de voorzijde dmv de 4 schroeven Fig. 1, D, E, F, G. (Bevestig niet te hard om beschadiging te voorkomen).
8.
Eens de kabels aangesloten zijn, kunt U het deksel opnieuw vastschroeven (Fig. 2, c).
F
D
A
XLR170.doc
Handleiding
Handleiding
Handleiding
Handleiding
G
E
C
B
FIG. 1
F
D
XLR170
rel.1.0 - cod. 1592017000
G
B
C
A
FIG. 2
7/12