Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

dIXEL
dIXEL
dIXEL
dIXEL
C-n de ventilatoren zullen in- en uitgeschakeld worden tesamen met de compressor en zullen niet werken tijdens de ontdooiing;
C-y de ventilatoren zullen in- en uitgeschakeld worden tesamen met de compressor, ook tijdens de ontdooiing. Na de ontdooiing is er een ventilatorvertraging toegelaten voor de afdruiptijd ("Fnd" parameter).
O-n de ventilatoren zullen continu werken en zullen niet werken tijdens de ontdooiing;
O-y de ventilatoren zullen continu werken ook tijdens de ontdooiing.
Een bijkomende parameter "FSt" bepaald de temperatuur, gedetecteerd door de verdampingssonde, waarbij de ventilatoren altijd UIT zijn. Dit kan gebruikt om zeker te zijn van de luchtcirculatie, enkel als de temperatuur
lager is dan bepaald in "FSt".
3.5 AUXILIARE UITGANG - KLEMMEN. 15-16, PARAMETER. OA1
De functie van de auxiliaire uitgang (klemmen 15-16) kan ingesteld worden via de parameter oA1. Volgende instellingen zijn mogelijk:
3.5.1 oA1= Fan; oA1= def; oA1= Alr; oA1= Lig :Zijn hier niet van toepassing want deze functies zijn reeds beschikbaar op andere klemmen in de XLR170
3.5.2 oA1= AUS :Het contact werkt als hulprelais of auxiliair contact
Er zijn 2 toepassingen met deze functie :
A. Het AUX relais wordt enkel geactiveerd via het toetsenbord
Stel oA1 =AUS en ArP= nP (geen sonde voor aux relais).
In dit geval zal het relais 15-16 enkel kunnen geactiveerd worden via de AUX toets van het toetsenbord.
B. Het AUX relais wordt gebruikt als tweede thermostaat (VB. als ruitverwarming) met de mogelijkheid om deze in en uit te schakelen via het toetsenbord)
Betrokken parameters:
- ACH type regeling van het aux relais (verwarming of koeling)
- SAA Setpunt voor het aux relais
- ArP
Keuze van de sonde voor het aux relais
Door middel van deze 3 parameters kan het aux relais als tweede thermostaat gebruikt worden. Het differentieel die gebruikt wordt is ingesteld in de Hy parameter. Tevens kan het aux relais nog altijd in en
uitgeschakeld worden via de AUX toets. In dit geval blijft de uitgang aan tot hij opnieuw manueel uit wordt gezet. Ontdooiingen hebben geen invloed op deze werking.
3.5.3 oA1 = onF :Het contact werkt als On/Off relais
In dit geval is de uitgang geactiveerd zodra de schakelkast aan is, en zal gedesactiveerd worden zodra de kast OFF staat (Stand-by).
3.5.4 oA1 = dF2 :Tweede ontdooirelais voor installaties met 2 verdampers
Betrokken parameters:
- dtS
einde dooitemperatuur van de tweede verdamper
- MdS maximum duur voor de ontdooiing van de tweede verdamper
- dSP keuze van de dooisonde voor de tweede verdamper
Als een ontdooiing start, zullen beide verdampers starten met ontdooiien, maar elk volgens hun instellingen stoppen. De koeling zal pas herstarten als beide ontdooiingen voltrokken zijn.
3.5.5 oA1 = cP2 :Aansturing tweede compressor
In dit geval kan de kast 2 compressoren, of één compressor met 2 stappen sturen.
Werking: de 2
de
compressor zal gestart worden met een vertraging Ac1 (seconden) nadat de eerste gestart is. Beide compressors worden op hetzelfde ogenblik gestopt. Als cco=AL worden de compressoren
beurtelings opgestart.
Betrokken parameters:
- cco
Aktivering compressoren: opstartprocedure kan gekozen worden beurtelings, of vaste volgorde;
- Ac1
Opstartvertraging voor de tweede compressor (seconden);

4. TOETSENBORD

Om het instelpunt te zien; in programmatie mode wordt deze toets gebruikt om een parameter te selecteren of een bewerking te bevestigen.
Door er gedurende 3sec op te drukken zal min/max temperatuur gewist worden als deze werd afgebeeld.
Bij modellen met RTC : Door erop te drukken wanneer de huidige tijd afgebeeld wordt, kan de gebruiker de klok en drie vakantiedagen opnieuw instellen
Om de max. temperatuur te zien; in programmatie mode om door de parameters te lopen of om een waarde te verhogen. Door het gedurende 3sec ingedrukt te houden wordt een snelkoelcyclus gestart.
Om de min. temperatuur te zien; in programmatie mode om door de parameters te lopen of om een waarde te verlagen.
Bij modellen met RTC : Door het gedurende 3sec ingedrukt te houden wordt de huidige tijd afgebeeld en dan kan de gebruiker het Energiebesparings-, het Ontdooiings- en het Klokparameter menu
binnengaan.
Door het gedurende 3sec ingedrukt te houden wordt de ontdooiing gestart.
Bij modellen met RTC : Door het in te drukken terwijl de huidige tijd wordt afgebeeld, kan de gebruiker de ontdooiingstijden bepalen
Het licht in de ruimte in- of uitschakelen.
Door het gedurende 3sec ingedrukt te houden, wordt de Energiebesparende functie gestart of gestopt.
Bij modellen met RTC : Door het gedurende 6sec in te drukken, wordt de Vakantie functie gestart of gestopt.
Door het in te drukken terwijl de huidige tijd wordt afgebeeld, kan de gebruiker de Energiebesparende tijden bepalen
Als oA1 = AUS, zal deze knop de auxiliaire uitgang aan- of uitschakelen
Het toestel aan- of uitschakelen.
TOETSENCOMBINATIES
+
Toetsenbord blokkeren/deblokkeren.
+
Om in de programmatiemode te geraken.
XLR170.doc
Handleiding
Handleiding
Handleiding
Handleiding
Panic LED
XLR170
rel.1.0 - cod. 1592017000
3/12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5n3c3

Inhoudsopgave