Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

dixell COOLMATE XLR170 Handleiding pagina 6

Inhoudsopgave

Advertenties

dIXEL
dIXEL
dIXEL
dIXEL
IdF Interval between defrosts: (1÷120h) Bepaald het tijdsinterval tussen het begin van twee ontdooiingscycli.
MdF (Maximum) duration of defrost: (0÷255 min) Als P2P = n, geen verdampingssonde, het bepaald de duur van de ontdooiing, als P2P = y, einde van de ontdooiing is gebaseerd op de temperatuur, het bepaald de
maximum duur van de ontdooiing.
MdS (Maximum) duration of defrost for 2
dFd Display during defrost: rt = reële temperatuur; it = gelezen temperatuur aan het begin van de ontdooiing; Set = set punt; dEF = "dEF" label; dEG = "dEG" label
÷
dAd Defrost display time out: (0
255 min) Bepaald de maximum tijd tussen het einde van de ontdooiing en het moment waarbij de werkelijke temperatuur terug afgebeeld wordt.
dSd Start defrost delay – Enkel voor XLR170: ( 0÷99min) Ontdooivertraging. Dit is nuttig indien op interval ontdooit wordt, om na een gezamelijke start toch spreiding van de belasting te verkrijgen.
Fdt Drain down time: (0÷60 min.) tijdsinterval tussen het bereiken van de temperatuur op het einde van de ontdooiing en het herstellen van de normale situatie. Deze tijd laat de verdamper toe waterdruppels te
elimineren die zich hebben kunnen vormen tengevolge van de ontdooiing.
dPO First defrost after start-up: y = Onmiddellijk; n = na de IdF tijd.
dAF Defrost delay after fast freezing: (0min÷23h 50min) tijd tussen het beëindigen van de snelkoelingscyclus en de eerstvolgende ontdooiing.
dFP End defrost probe for first evaporator selection – Enkel voor XLR170 : Keuze eindedooivoeler voor eerste verdamper : nP = geen sonde, ontdooiing stopt op tijd via MdF; P1 = Ruimtesonde; P2 =
Verdampersonde; P3 = derde sonde
dSP End defrost probe for second evaporator selection – Enkel voor XLR170 : Keuze eindedooivoeler voor tweede verdamper : nP = geen sonde, ontdooiing stopt op tijd via MdS; P1 = Ruimtesonde; P2 =
Verdampersonde; P3 = derde sonde.
VENTILATOREN
FnC Fan operating mode: C-n = werkt met de compressor, is uitgeschakeld tijdens de ontdooiing; C-y = werkt met de compressor, is ingeschakeld tijdens de ontdooiing; O-n = continue mode, UIT tijdens de
ontdooiing; O-y = continue mode, AAN tijdens de ontdooiing.
Fnd Fan delay after defrost: (0÷255 min) het tijdsinterval tussen het einde van de ontdooiing en de start van de verdampingsventilatoren.
Fan stop temperature: (-50÷110°C; -58÷230°F) bepalen van de temperatuur, gedetecteerd door de verdampingssonde, waarbij de ventilator altijd UIT is.
dSP Fan probe selection: Keuze van de sonde voor de regeling van de ventilatoren : nP = geen sonde : de ventilatoren werken volgens Fnc, zonder de temperatuurcontrole ingesteld in FSt; P1 = Ruimtesonde; P2 =
Verdampersonde; P3 = derde sonde.
ALARMEN
ALC Temperature alarm configuration : rE = Hoog en Laag alarm zijn gedefinieerd tov het setpunt; Ab = Hoog en laag alarm zijn absolute temperaturen.
ALU High temperature alarm setting: (ALC= rE : 0
ALL Low temperature alarm setting: (ALC = rE : 0
AFH Temperature alarm and fan differential: (0,1÷25,5°C; 1÷45°F) Differentieel voor het temperatuuralarm en de werking van de ventilatoren. (altijd positief).
ALd Temperature alarm delay: (0÷255 min) tijdsinterval tussen het detecteren en het geven van het alarmsignaal.
dAO Delay of temperature alarm at start-up: (0min÷23h 50min) tijdsinterval tussen het detecteren van het temperatuur alarm na het opstarten van het toestel en het alarmsignaal.
EdA Alarm delay at the end of defrost: (0
dot Delay of temperature alarm after closing the door : (0
doA Open door alarm delay:(0÷255 min) vertraging tussen het detecteren van de open deur en zijn alarmsignaal: het bericht "dA" wordt knipperend afgebeeld. Als doA=nu wordt het alarm niet weergegeven.
rrd Output restart after door open alarm doA: keuze werking uitgangen na een open deur alarm : no = uitgangen blijven gestopt na doA alarm; yES = uitgangen herstarten na een doA alarm
tbA Buzzer and alarm relay silencing: door op 1 van de knoppen van het toetsenbord te drukken : n= enkel de buzzer wordt stilgelegd; y= de buzzer en de relais worden stilgelegd.
÷
nPS Pressure switch number: (0
15) Aantal activaties van de drukschakelaar tijdens het "did" interval, vóór het alarmsignaal afgaat (I2F= PAL).
SONDE INGANGEN
Ot
Thermostat probe calibration: (-12.0
OE Evaporator probe calibration Enkel voor XLR170 : (-12.0
÷ ÷ ÷ ÷
O3 Auxiliary probe calibration: (-12.0
12.0°C/ -21
P2P Evaporator probe presence Enkel voor XLR170 : n= niet aanwezig: het ontdooien stopt enkel bij de tijd; y= aanwezig: het ontdooien stopt bij een bepaalde temperatuur en tijd.
P3P Auxiliary probe presence: n= niet aanwezig, y= aanwezig.
Pbr Thermostat probe selection : Keuze van de regelvoeler : P1 = Ruimtesonde; P2 = Verdampersonde; P3 = auxiliaire sonde; 1r2 = verschil tussen P1 en P2 (P1-P2).
HES Temperature increase during the Energy Saving cycle : (-30,0°C
DIGITALE INGANGEN
odc Compressor and fan status when open door: no = normaal; Fan = Ventilator UIT; CPr = Compressor UIT; F_C = Compressor en Ventilator UIT.
I1P Door switch input polarity: CL : de digitale ingang is geactiveerd door het contact te sluiten; OP : de digitale ingang is geactiveerd door het contact te openen.
I2P Configurable digital input polarity: CL : de digitale ingang is geactiveerd door het contact te sluiten; OP : de digitale ingang is geactiveerd door het contact te openen.
I2F Digital input operating mode: configureer de digitale ingangsfunctie : EAL = generic alarm; PAn = Panic alarm; bAL = ernstige alarm mode; PAL = drukschakelaar; dFr = Begin ontdooiing; AUS = Relais AUX
bedienen; Es = Energie besparend; onF = ON/OFF regeling; HdF = vakantieregime.
did Time interval / delay for digital input alarm:(0
tijdsvertraging tussen het detecteren en het signaleren van het alarm.
INSTELLING AUXILIAR RELAIS
oA1 Auxiliary relay configuration (terminals 15-16): configuratie van de auxiliaire uitgang :dEF = Mag niet gebruikt worden; ALr = alarm; FAn = ventilatoren; Lig =licht; AUS = auxiliare uitgang; onF = on/off; dF2 =
Tweede ontdooiing (enkel voor XLR170), cP2 = tweede compressor (enkel voor XLR170).
INSTELLING AUXILIARE THERMOSTAAT (klemmen 15-16) – OA1 = AUS
ACH Kind of regulation for auxiliary relay: werking auxiliaire thermostaat Ht = verwarming; CL = koeling
SAA Set Point for auxiliary relay: (-50,0÷110,0°C; -58÷230°F) instelling van de temperatuur voor de werking van de auxiliaire thermostaat.
ArP Probe selection for auxiliary: keuze sonde voor auxiliaire thermostaatwerking : nP = geen sonde - aux relais wordt bediend via het toetsenbord; P1 = Ruimtesonde; P2 = Verdampersonde; P3 = derde sonde.
AoP Alarm relay polarity (terms. 29-30-31): oP = 29-30 klemmen open bij alarm; cL = 29-30 klemmen gesloten bij alarm.
INSTELLING HUIDIGE TIJD EN WEEKELIJKSE VAKANTIEDAGEN (
Hur
Current hour (0 ÷ 23 h)
Min
Current minute (0 ÷ 59min)
dAY
Current day (Sun ÷ SAt)
Hd1
First weekly holiday (Sun ÷ nu) Bepaal de eerste vakantiedag.
Hd2
Second weekly holiday (Sun ÷ nu) Bepaal de tweede vakantiedag.
Hd3
Third weekly holiday (Sun ÷ nu) Bepaal de derde vakantiedag opvolgt.
N.B.
Hd1,Hd2,Hd3 kan ook gezet worden op de "nu" waarde (Not Used).
INSTELLING ENEERGIEBESPARINGSTIJDEN (3SEC.
ILE
Energy Saving cycle start during workdays: (0 ÷ 23h 50 min.) Starttijd energiebesparingscyclus tijdens werkdagen. Het setpunt wordt verhoogd met waarde in HES zodat het nieuwe setpunt = SET + HES.
dLe
Energy Saving cycle length during workdays: (0 ÷ 24h 00 min.) Bepaalt de duur van de Energiebesparingscyclus op werkdagen.
ISE
Energy Saving cycle start on holidays. (0 ÷ 23h 50 min.) Starttijd energiebesparingscyclus tijdens vakantiedagen. Het setpunt wordt verhoogd met waarde in HES zodat het nieuwe setpunt = SET + HES
dSE
Energy Saving cycle length on holidays (0 ÷ 24h 00 min.) Bepaalt de duur van de Energiebesparingscyclus op vakantiedagen.
HES
Temperature increase during the Energy Saving cycle (-30÷30°C / -54÷54°F) bepaalt de afwijking van het setpunt tijdens de engergiebesparingscyclussen
INSTELLING ONTDOOITIJDEN (3SEC.
Ld1÷Ld8 Workday defrost start (0 ÷ 23h 50 min.) Deze parameters bepalen het begin van de 8 programmeerbare ontdooiingscycli tijdens werkdagen. Vb. Wanneer Ld2 = 12.4 zal de tweede ontdooiing tijdens
werkdagen om 12H40 beginnen.
Sd1÷Sd8 Holiday defrost start (0 ÷ 23h 50 min.) Deze parameters bepalen het begin van de 8 programmeerbare ontdooiingscycli tijdens vakantiedagen. Vb. Wanneer Sd2 = 3.4 zal de tweede ontdooiing tijdens
vakantiedagen om 3H40 beginnen.
N.B. : Om een ontdooiing te desactiveren, zet de parameter Ldx, of Sdx op "nu" (not used).
e
Vb. Als Ld6 = nu ; wordt de 6
ontdooiingscyclus gedesactiveerd.
ANDERE
Adr RS485 serial address (1÷247): Identificeert het toesteladres wanneer het aangesloten is op een ModBUS compatibel registratiesysteem.
PbC Probe selection: (Ptc=PTC sonde; ntc=NTC sonde). Keuze van het type sonde dat gebruikt wordt op de regelaar.
Rel Release software: (enkel lezen)Software versie van de microprocessor.
Ptb Parameter table: (enkel lezen) het toont de originele code van de dIXEL parameterkaart.
dP1 Probe 1 temperature (thermostat): Afbeelding van de ruimtesonde.
XLR170.doc
Handleiding
Handleiding
Handleiding
Handleiding
nd
evaporator – Enkel voor XLR170 als oA1=dF2: (0÷255 min) Instelling van de max. dooiduur van de tweede verdamper.
÷ ÷ ÷ ÷
÷
50°C of 90°F ; ALC= Ab : ALL
÷ ÷ ÷ ÷
50 °C of 90°F; ALC = Ab : - 50°C of -58°F
÷
255 min) tijdsinterval tussen het detecteren van het temperatuuralarm op het einde van de ontdooiing en het alarmsignaal.
÷
255 min) Tijdsvertraging om het temperatuuralarm te signaleren na het sluiten van de deur.
÷ ÷ ÷ ÷
÷ ÷ ÷ ÷
12.0°C/ -21
21°F) laat toe mogelijke offset van de thermostaatsonde aan te passen.
÷ ÷ ÷ ÷
÷ ÷ ÷ ÷
12.0°C/ -21
21°F) laat toe mogelijke offsets van de verdampersonde aan te passen.
÷ ÷ ÷ ÷
21°F) laat toe mogelijke offsets van de derde sonde aan te passen.
÷
30,0°C / -22÷86°F) bepaald de afwijking van het setpunt tijdens de Energiebesparingscyclus.
÷
255 min.) Tijdsinterval om het aantal drukschakelaaractivaties te berekenen wanneer I2F=PAL. Als I2F=EAL of bAL (extern alarm), de "did" parameter definieert de
3SEC gevolgd door
nadien
)
nadien
)
110°C of 230°F) Als deze temperatuur is bereikt en na de ALd vertragingstijd is het HA alarm ingeschakeld.
÷ ÷ ÷ ÷
ALU) Als deze temperatuur is bereiktt en na de Ald vertragingstijd is het LA alarm ingeschakeld
) – Enkel modellen met RTC
XLR170
rel.1.0 - cod. 1592017000
6/12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5n3c3

Inhoudsopgave