8
Inbedrijfname
9
Uitbedrijfname
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF150 • Ed.06/2024-01
Besturingsschakelaar
•
voor beide pompen
•
•
Bedrijfsindicatie
(Fig. 2, pos. 2) voor elke pomp: brandt groen tijdens bedrijf van
de betreffende pomp, knippert bij een motorstoring groen.
Storingsindicatie
(Fig. 2, pos. 2): brandt bij een storing in het watercircuit rood.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties
kan overlijden door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Laat de elektrische aansluiting uitsluitend uitvoeren door een elektri-
cien die is erkend door het plaatselijke energiebedrijf.
• Neem de geldende plaatselijke voorschriften in acht.
• Schakel de hoofdschakelaar van de installatie uit, voordat u de fases
verwisselt en borg deze tegen onbevoegd opnieuw inschakelen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade!
Droogloop kan tot lekkage van de pomp en overbelasting van de motor
leiden.
• Zorg ervoor dat de pomp niet droogloopt om de mechanische afdich-
ting en het glijlager te beschermen.
•
Laat de eerste inbedrijfname door de Wilo-klantenservice uitvoeren.
•
Voor de inbedrijfname moet de lokale bedrading worden gecontroleerd op correcte uit-
voering, vooral wat betreft de aarding.
•
Ontlucht de pompen vóór de inbedrijfname. Neem de droogloopbeveiligingsfunctie in
acht.
•
Draai voor het ontluchten van de pomp de vul-/ontluchtingsschroef los (Fig. 8). Vul de
pomp door de vulopening met water. Sluit de vul-/ontluchtingsschroef weer.
•
Overbrug de contacten voor watergebrek bij de eerste inbedrijfname.
•
Sluit de drukschakelaar voor de herkenning van het watergebrek vanaf een systeemdruk
> 1,3 bar aan.
•
Controleer de verbindingen van de watervoerende onderdelen op dichtheid.
Bij een langere uitbedrijfname
•
Sluit de verswatertoevoer af.
•
Trek de netstekker uit het stopcontact.
•
Maak de pomp/installatie leeg door de onderste aftapschroef te openen.
0: Uit voor beide pompen
: Handbedrijf. Inschakeling van pomp 1 of 2 onafhan-
kelijk van de huidige druk en zonder veiligheidsfuncties. De
functie van het WSK blijft intact. Deze instelling is bedoeld
voor het testbedrijf. Het handbedrijf is gedurende ca. 1,5
min. actief en schakelt daarna uit.
Automatisch: Automatisch bedrijf met alle veiligheidsfunc-
ties, elektronische motorbeveiliging, uitschakeling bij
droogloop.
–
Automatisch 1: In automatisch bedrijf draait pomp 1,
pomp 2 is uitgeschakeld (bijv. vanwege een storing).
–
Automatisch 2: In automatisch bedrijf draait pomp 2,
pomp 1 is uitgeschakeld (bijv. vanwege een storing).
–
Automatisch 1+2: Beide pompen werken in parallel be-
drijf als basis- en pieklastpomp.
nl
23