Omgevingsvereisten
8 1 Inleiding
De locatie van het apparaat moet voldoen aan de volgende vereisten:
Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond en uit de
buurt van direct zonlicht, stof, open vuur en ammoniakdampen.
Controleer of de omgeving goed geventileerd is, een redelijk
constante temperatuur en luchtvochtigheid heeft en binnen de
volgende grenzen valt:
•
Temperatuur: 15 tot 32,5° C (59 tot 90,5° F)
•
Relatieve luchtvochtigheid: 10 tot 80% luchtvochtigheid
(geen condensatie)
Controleer of er voldoende ruimte rondom het apparaat is met het
oog op toegang tot het afdrukmateriaal en voldoende ventilatie.
Afdrukmateriaal dat in de rechte papierbaan wordt ingevoerd, wordt
aan de achterkant van het apparaat uitgevoerd.
53 cm (21 inch)
81 cm (32 inch)
NLWW