2.3 Restrisico's
Automatische aansturingen
De Ridder paneelunits worden gewoonlijk gebruikt in automatisch bestuurde systemen, maar 1-fase
elektromotoren kunnen ook automatisch starten en stoppen door thermische beveiliging. Personen
die dicht bij het systeem verblijven of werken moeten daarvan op de hoogte zijn. Indien personen of
hun kleding in aanraking komen met het systeem wanneer het in bedrijf is, kan dit gevaarlijk zijn.
2.4 Symbolen en afkortingen
Deze paragraaf vertelt over gebruikte symbolen en afkortingen in deze handleiding. De volgende
tabel geeft de beschrijvingen.
Symbool
Beschrijving
A2
BU printplaat
A3
BU sluitdeksel
A5
PU printplaat
ACS
Automatisch besturingssysteem
AL
Alarm (ingang/ circuit/ unit)
BU
Basisunit
CM
Gemeenschappelijke aansluiting
D1–D9
Positie-LEDs
D10–D12 Modus-LEDs
DCS
Digitaal besturingssysteem
DIP
DIP-schakelaar
EM, M
Elektrische motor, Motor
EMC
Elektromagnetische compatibiliteit
ESD
Elektrostatische ontlading
F1
Zekering
GND
Aarding
I
Stroom in Ampere (A)
IP
Internationale Beschermingsklasse
K11
Hulprelais (beveiligingscontact)
Omkeerrelais (voldoende
K21, K22
gespecificeerd) voor draairichting
Hulprelais: 1-fase, 3-draads naar
K81
5-draads
L1
Spanningsbron
De motor kan automatisch starten en stoppen zonder waarschuwing.
Personen kunnen in levensgevaar zijn indien deze in aanraking
komen met een systeem dat in bedrijf is.
Ridder – Drive Systems
T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com
Symbool
Beschrijving
NC
"normaal gesloten"
NO
"normaal geopend"
OSS
Openbronsoftware
PE
Randaarde
PLC
PLC Besturing
Thermische
PTO
overbelastingsbeveiligingsschakelaar
PU
Paneelunit
P21/1
Hulpcontact K21
P22/1
Hulpcontact K22
RW
Motorreductor
SD
SmartDrive
SS (S21)
Systeemschakelaar (S21)
SU
Sensorunit
S5–S7
DIP-schakelaars
S8
Positioneringsknop
S9
Modusschakelaar
S21 (SS)
Systeemschakelaar (SS)
S111
Handschakelaar (MC)
T1
Veiligheidstransformator (EN 61558)
U1, U2
Motoraansluiting
V1
Motoraansluiting
W1, W2
Motoraansluiting
X1
Klemmenstrook (BU)
7