Inhoudsopgave
Advertenties
• Rapporteer beschadigingen en ontbrekende delen direct aan het transportbedrijf en uw lokale
After Sales contactpersoon.
• Gebruik geen beschadigde producten en start de werkzaamheden niet indien nodig.
• Verwijder het product niet uit de (gesloten) verpakking voordat het naar de montagelocatie
verstuurd wordt. Dit voorkomt schade (door mechanische schokken) aan het product.
• Gebruik geschikte transportmiddelen met voldoende afmetingen. Gebruik (indien nodig) de juiste
arbeidsmiddelen en toebehoren. Zie "Afmetingen" en "Technische specificaties". Zorg dat de
arbeidsomstandigheden voldoen aan de, lokale of nationale, wetten en regelgeving.
• Zorg dat opslagruimtes en de ruimtes in de transportmiddelen droog zijn en de ventilatie
voldoende is.
• Zorg dat de producten geen contact hebben met het (vochtige) bodemoppervlak
van opslagruimtes en van de transportmiddelen (gebruik pallets of dergelijke). De
bodemoppervlakken moeten vlak zijn.
• Zorg dat de producten zijn beschermd tegen stof, vuil en direct zonlicht.
• Voer de verpakking na montage af en volg de geldende landelijke en/of lokale voorschriften.
Veiligheidsinstructies
• INDIEN NODIG: Voor een fail-safe functie monteer redundante beveiligingssystemen om
ongecontroleerd vallen van lasten of systeemdelen te voorkomen. Monteer (indien nodig)
beveiliging tegen bewegende systeemdelen. Volg de geldende landelijke en/of lokale normen
en richtlijnen van het bijbehorende type aangedreven systeem.
• Gebruik (indien van toepassing) persoonlijke beschermingsmiddelen voor bescherming welke
overeenkomt met de verschillende soorten werkzaamheden.
• Laat personen en niet gekwalificeerd personeel niet dicht bij besturingen en systemen in bedrijf.
• Beschadigde systemen moeten direct gestopt worden totdat deze hersteld zijn.
• Gebruik veiligheidsbarrières voor bewegende systeemdelen. Raadpleeg de toepasselijke normen
en richtlijnen.
• De veiligheidsafstand tot de gevarenzone (indien van toepassing) moet overeenstemmen met
toepasselijke normen en richtlijnen (bijvoorbeeld ISO 13857:2008).
• Bedien systemen niet wanneer de motorreductor (intern en/of extern) is bevroren in koude en
vochtige omstandigheden (bijvoorbeeld door sneeuw of ijs).
• Bedien systemen niet wanneer zich personen in de gevarenzone bevinden en het systeem kunnen
aanraken.
• Let op de gevarenzone bij het werken met of nabij het systeem.
• Stop en maak systemen spanningsloos tijdens onderhoud en reinigingswerkzaamheden aan of
dicht bij het systeem.
• Zorg voor voldoende afstand tussen bewegende delen en aangrenzende objecten.
• Vermijd of beveilig plaatsen waar een risico is om verstrikt te raken in een bewegend systeem.
• Het koppel en de inschakelduur van het systeem moeten binnen het bereik van de motorreductor
parameters vallen. Raadpleeg de producthandleiding van de gebruikte Ridder motorreductor op
ridder.com.
Het niet naleven van de volgende veiligheidsinstructies kan
gevaarlijk zijn en tot verwondingen leiden.
Ridder – Drive Systems
T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com
6
Advertenties
Inhoudsopgave
