8.1 Onderhoud 9. SERVICE 9.1 Knippercodes 9.2 Storingen en oplossingen 9.3 Modbus Herstelprocedure Paneelunit 9.4 Technische ondersteuning 10. MILIEU 10.1 Buitenbedrijfstelling en demontage 10.2 Afvalverwerking Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Zorg dat dit product alleen in gebruik wordt genomen indien het systeem (waarin deze wordt ingebouwd) voldoet aan de bepalingen van de daarvoor geldende normen en richtlijnen. ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
1.2 Gekwalificeerd personeel Deze producthandleiding bevat belangrijke informatie voor installateurs over de installatie en inbedrijfstelling van een Ridder SmartDrive SD Paneelunit. Lees eerst deze producthandleiding en instructies voordat de werkzaamheden beginnen. Gekwalificeerde, en vakbekwame, mechanische en/of elektrische installateurs moeten alle werkzaamheden verantwoord en veilig uitvoeren.
Er is een risico op kortsluiting, brand en corrosie. • Neem voldoende voorzorgsmaatregelen om Elektrostatische ontlading (ESD) te voorkomen. • Ridder is niet verantwoordelijk voor letsel, materiële schade of gevolgschade indien toebehoren worden gebruikt welke Ridder niet heeft gemaakt.
• Vermijd of beveilig plaatsen waar een risico is om verstrikt te raken in een bewegend systeem. • Het koppel en de inschakelduur van het systeem moeten binnen het bereik van de motorreductor parameters vallen. Raadpleeg de producthandleiding van de gebruikte Ridder motorreductor op ridder.com.
2.3 Restrisico’s Automatische aansturingen De Ridder paneelunits worden gewoonlijk gebruikt in automatisch bestuurde systemen, maar 1-fase elektromotoren kunnen ook automatisch starten en stoppen door thermische beveiliging. Personen die dicht bij het systeem verblijven of werken moeten daarvan op de hoogte zijn. Indien personen of hun kleding in aanraking komen met het systeem wanneer het in bedrijf is, kan dit gevaarlijk zijn.
SD Paneelunit voor aansluiting in een schakelkast Aanduiding Ridder SmartDrive systeem Artikelnummer van set. Zie onderdelenlijst in Hfst. 4 Aantal paneelunits in set = 1 Identificatie FCC productcertificering = Serienummer Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
3.2 Beschrijving De SD Paneelunit (SD-PU) is een besturingseenheid voor de aansturing van Ridder RW-SD motorreductoren. De paneelunit is de interface tussen de schakelkast en de aandrijvingen. Alle elektrische componenten van de SD Paneelunit zijn ingebouwd in een kunststof behuizing.
Voor andere (afwijkende) toepassingen is toestemming van Ridder noodzakelijk. 3.4 Afmetingen De afmetingen en illustraties zijn bij benadering. In deze producthandleiding weergegeven afbeeldingen kunnen afwijken van de componenten en/of systemen. 58,5 Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Het uitgangspunt voor de 18.4 Ω of 20 Ω weerstand is een voedingsspanning met een nauwkeurige ***a\b waarde van 24 V. Zie §9.2 (a) en de RW-SD handleiding (§14.1[b]). Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Pagina 12
Digitale aansturing 0% (-) 100% (DCS) Digitale aansturing 100% (+) 100% (DCS)’ Digitale aansturing 100% (-) 4–20 mA OUT Uitgang: terugmeldsignaal 4–20 mA GND Aarding: terugmeldsignaal Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
• 0x03: “Read holding registers”. Gebruik dit commando om één of meer “holding registers” te lezen. • 0x04: “Read input registers”. Gebruik dit commando om één of meer “input registers” te lezen. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
• Een maximum afstand van hoog-voltage kabels en stroomapparatuur om de paneelunit (PU) te monteren; • Makkelijke toegang tot aansluitingen, DIP-schakelaars en bedieningsmogelijkheden. Voor de afmetingen zie §3.4 “Afmetingen”. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
❶ Zie de volgende afbeelding en plaats de paneelunit (PU) op de DIN-rail (a) in de schakelkast. ❷ Zorg dat de DIN-rail vergrendeling (b) een klik maakt. KLIK Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
• 50 mA–500 mA bij 24 V AC/DC; • Een maximum van 100 mA bij 115–240 V. Het SD eindstandsysteem is NIET geschikt voor motorstroomaansluiting via de schakelcontacten. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
De wachttijd moet ongeveer 2 seconden zijn bij het veranderen van de draairichting. De elektromotor moet stil staan. Dit voorkomt het doorgaan in de aanvankelijke richting. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Pagina 19
• Zorg dat afschermingsaansluitingen zo kort als mogelijk zijn. • Zorg dat de afschermingen niet scheiden wanneer de lengte van beschermde kabels wordt verlengt. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
• De installateur levert en sluit de noodzakelijke contactoren, motorbeveiligingsschakelaar (MPCB) en systeemschakelaar (SS) aan. Zie §5.2 en §5.4–5.7). • Voor communicatie met de SmartDrive SD Basic Unit (SD-BU) is het verplicht (of noodzakelijk) om de twee communicatiekanalen (Interface A\B) aan te sluiten. Zie §5.8.
§5.9.1 Digitale aansturing §5.10 Foutcontact Sluit altijd het beveiligingscontact en alle stuurcontacten (0%\100%) aan. Dit is noodzakelijk voor veiligheid en correcte functionele werking. Aansluitingen: 1–4 Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
§5.9.1 Digitale aansturing §5.10 Foutcontact Sluit altijd het beveiligingscontact en alle stuurcontacten (0%\100%) aan. Dit is noodzakelijk voor veiligheid en correcte functionele werking. Aansluitingen: 1–4 Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
§5.9.1 Digitale aansturing §5.10 Foutcontact Sluit altijd het beveiligingscontact en alle stuurcontacten (0%\100%) aan. Dit is noodzakelijk voor veiligheid en correcte functionele werking. Aansluitingen: 1–4 Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
§5.9.1 Digitale aansturing §5.10 Foutcontact Sluit altijd het beveiligingscontact en alle stuurcontacten (0%\100%) aan. Dit is noodzakelijk voor veiligheid en correcte functionele werking. Aansluitingen: 1–4 Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
5.8 Aansluiting Interface A\B Zie de tabel en het aansluitschema welke volgen en sluit de twee communicatiekanalen (Interface A\B) aan. Dit is verplicht (of noodzakelijk) voor communicatie met de SmartDrive SD Basic Unit (SD-BU). Voor de kabels (Interface A\B) is een minimale geleiderdoorsnede van 0,5 mm² vereist.
Aansluiten - Een SD Paneelunit Volg het volgende schema op om een SD paneelunit (SD-PU) aan te sluiten. Hulpcontact 1 (2) Digitale Aansturing Printplaat A5 Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
De motor kan automatisch starten en stoppen zonder waarschuwing. Personen kunnen in levensgevaar zijn indien deze in aanraking komen met een systeem dat in bedrijf is. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Voor een correcte statusindicatie is de oplossing om (tijdelijk) een lichtbron met volspectrumlicht te gebruiken. Zie §6.3, §9.1 en §9.2. Deze paragrafen vertellen over indicaties, knippercodes en storingen die kunnen voorkomen. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Auto-Modus is alleen actief indien er een digitaal stuursignaal is of Modbus aansturing. In “Hand-Modus” stuurt positioneringsknop (S8) onafhankelijk aan, ook indien er een digitaal stuursignaal (24 V AC/DC) of Modbus aansturing aanwezig is. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
OPMERKING: Rode LED-indicaties kunnen storingen, de positie waar de aandrijving stopte en foutmeldingen weergeven. De modusschakelaar (S9) weergeeft tegelijkertijd ook de storingen (D10, D11 of D12). Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Overschrijd de grenzen van het systeem niet. Dit voorkomt schade of letsel. Voor ingebruikname van het systeem moet de installateur altijd zorgen dat het eindstandsysteem correct is ingesteld. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
• Indien vanwege een storing een stuurcontact niet opent, dan opent het beveiligingscontact. Dit zorgt dat de motorreductor stopt (beveiligingsstop). Het voorkomt gevolgschade aan het systeem. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
3. Identificeer elke paneelunit met een code of markering van het gegeven “Apparaatadres”. 4. Elke paneelunit moet dezelfde “Baudrate” hebben. 5. Voer stap 1 tot en met 4 opnieuw uit voor de volgende paneelunits in een logische volgorde. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
De inbedrijfstelling is voltooid. Zorg dat gebruikers (bedieners) weten hoe de SD Paneelunit te gebruiken. Zie Hoofdstuk 6 "Gebruiksinstructies" voor bediening van de SD Paneelunit. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
• Vervanging van onderdelen noodzakelijk is; • Een probleem wordt gevonden met geen oplossing. Zie eerst hoofdstuk 9. Zie de Ridder catalogus of de website ridder.com voor meer informatie over reserveonderdelen (of toebehoren) die beschikbaar zijn. Zie ook beschikbare documentatie (onderhoudsinstructies) op ridder.com van de Ridder producten in het aangedreven systeem.
Wijzig de eindstanden: Stel de nieuwe eindstand in. Inbedrijfstelling: De eindstanden zijn ingesteld. Wijzig de eindstanden: De nieuwe eindstand is ingesteld. Na knippercode 1.3 weergeeft de LED-boog positie 0% of 100%. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Pagina 37
UIT: De paneelunit (PU) en LEDs (D1–D9) zijn UIT. Er is geen 24 V voedingsspanning. OPMERKING: De LEDs D10, D11 en D12 zijn ook UIT. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
• Voer een controle uit van het systeem en zorg dat er geen thermische overbelasting is. • Wacht tot de temperatuur voldoende is afgenomen. • Gebruik schakelaar S9 (functie ❸) om de foutmelding te wissen. Zie §6.3. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Pagina 39
Te veel Modbus commando’s zijn ingesteld binnen een kort tijdsbestek. Oplossing 3 • Verdeel berichten binnen het langst mogelijke tijdsbestek. • Gebruik schakelaar S9 (functie ❸) om de foutmelding te wissen. Zie §6.3. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
Pagina 40
Voer een controle uit van de voeding op aansluitingen 21\22 (X4). Oorzaak 2 Interne fout Oplossing 2 Neem contact op met de leverancier, maar alleen indien de storing aanhoudt na faling van oplossing 1. Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
5. Zie §2.2 “Transport, opslag en verpakking” en volg de (toepasselijke) instructies en voorwaarden. 6. De tijdelijke buitenbedrijfstelling is voltooid. OPMERKING: Volg de producthandleiding voor een volgende montage! Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...
(per ongeluk) opnieuw wordt gebruikt. 6. De permanente buitenbedrijfstelling is voltooid. Zie §10.2 “Afvalverwerking”. 10.2 Afvalverwerking Voer producten van Ridder af na einde levensduur en volg de geldende landelijke en/of lokale voorschriften. Dit product heeft ingebouwde halfgeleider circuits (PCB’s, verschillende elektronische componenten, condensatoren en dergelijke).
Pagina 43
Ridder – Drive Systems T +31 (0)85 237 3000 - E info@ridder.com - I ridder.com...