•
Raak Trillen bij bellen aan om het trillen in of uit te schakelen wanneer uw telefoon
overgaat. Als uw telefoon twee SIM-kaarten ondersteunt, kunt u afzonderlijke
instellingen voor trillen voor elke SIM-kaart instellen.
•
Raak Standaard meldingentoon aan om een toon voor meldingen in te stellen.
•
Raak de schakelaars onder Systeem aan om de toon voor meldingen of het trillen in
of uit te schakelen wanneer u het scherm aanraakt of vergrendelt, een nummer
kiest, enzovoort.
De eerder genoemde geluidsopties zijn mogelijk niet op alle telefoons beschikbaar.
De scherminstellingen aanpassen
1
Raak op het startscherm
2
Onder Alles raakt u Weergave aan.
3
Op het scherm Weergave kunt u het volgende doen:
•
Raak Achtergrond aan om het vergrendelingsscherm en de achtergronden voor de
startschermen in te stellen.
•
Raak Lettergrootte aan om de grootte van het schermlettertype te wijzigen.
•
Raak Dagdromen aan om de schermbeveiliging in of uit te schakelen. Als deze
functie is ingeschakeld, wordt de schermbeveiliging automatisch geactiveerd terwijl
uw telefoon wordt opgeladen.
•
Raak Indicatielampje aan om het indicatielampje in of uit te schakelen wanneer u
meldingen ontvangt.
•
Raak Naam provider weergeven aan om de providernaam op de statusbalk weer te
geven of te verbergen wanneer het scherm wordt ontgrendeld.
•
Raak Netwerksnelheid tonen aan om de huidige netwerksnelheid weer te geven of
te verbergen.
•
Raak Helderheid aan om de helderheid van het scherm aan te passen.
•
Raak Slaapstand aan om in te stellen wanneer uw scherm moet worden
uitgeschakeld. Wanneer het scherm gedurende de opgegeven periode inactief is,
wordt het automatisch vergrendeld om batterijvermogen te besparen.
Instellingen aan.
Telefooninstellingen
72