Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
Afbeelding 12: Storings- en brandalarmrelaiscontacten
(1) Contactpunten storingrelais
Verbinding met brandalarmpanelen
Vanwege de flexibiliteit van de detector en de vele configuratiemogelijkheden zijn
er veel opties om de detectors met een brandmeldpaneel te verbinden. De
detector biedt de volgende methodes voor het verbinden met
brandalarmpanelen:
•
Met conventionele brandalarmpanelen door middel van de ALARM- en
STORINGS relaiscontacten van de detector
•
Met adresseerbare brandalarmpanelen via Adresseerbare Programma-
interfacekaarten (APICs)
APICs, die in de detector kunnen worden gemonteerd, kunnen de installatie
vereenvoudigen bij het aansluiten op adresseerbare signaleringslijncircuits
(SLC). De gebruikte APIC is volledig afhankelijk van het SLC-protocol, en
daarom dus ook van het merk en model van het brandalarmpaneel.
APIC paneelcombinaties die niet compatibel zijn, kunnen
WAARSCHUWING:
ertoe leiden dat het systeem niet operationeel is en tijdens een gebeurtenis niet
meer functioneert, met dodelijk letsel en/of verlies van bezittingen.
APICs worden in een aansluiting op de hoofd-PCB via een bandkabel
aangebracht. Eenmaal aangesloten, worden de SLC in en uit verbonden met de
adresseerbare busaansluitklemmen van de hoofd-PCB en worden de adres DIP-
switches ingesteld op het SLC-adres. APICs beschikken over twee
werkingsmodi: enkelvoudig adres en meervoudig adres.
20
(2) Contactpunten brandalarmrelais
Stratos Micra 25 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek