In een netwerksysteem met afgeschermde kabels verbindt u bijvoorbeeld de
schermdraden met aansluitklem 'SCN', Bus A-draden met aansluitklem 'A' en
Bus B-draden met aansluitklem 'B'.
Indien de detector zich in het midden van een netwerkserie bevindt (met
ingangs- en uitgangsaansluitingen) kan het handiger zijn om de
gemeenschappelijke Bus A, Bus B en schermdraden te koppelen aan
enkelvoudige A, B en schermdraden om aan het aansluitklemblok te koppelen.
Afbeelding 11 toont de stroom- en signaalaansluitingen op het docking-station
voor aansluiting op een enkelvoudige netwerkkabel.
Afbeelding 11: Stroom- en signaalaansluitingen op het docking-station
(1) Afgeschermde voedingskabel naar
aardeaansluiting
(2) RS-485/SenseNET Bus A-draad
(3) RS-485/SenseNET Bus B-draad
(4) RS-485/SenseNET Bus afgeschermde
draad
Relaisaansluitingen
De detector omvat een brandalarmrelais (overeenkomend met het BRAND 1
alarmniveau), die sluit bij een alarm, en een algemeen Storingsrelais, die opent
in geval van storing of bij stroomuitschakeling (zie Afbeelding 12). De relais zijn
spanningsvrij, met een maximale stroomcapaciteit van 500 mA bij maximaal
30 VDC.
Stratos Micra 25 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
(5) Voeding +24V draad
(6) Draad van aardeaansluitklem naar
aardeaansluiting
(7) Voeding 0V draad
19