Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
Toepassing
Deze detector is een rookdetector die is bedoeld voor detectie van langzaam
ontwikkelende lokale branden. De detector is geschikt voor gebruik in een groot
aantal toepassingen, zoals kleine open ruimtes, stellingen in warenhuizen, of
onderdelen van elektronische of elektromechanische apparatuur waarvoor
onafhankelijke melding van langzaam ontwikkelende branden wenselijk is. In
ruimtes die zijn onderverdeeld in compartimenten worden meestal afzonderlijke
detectors gebruikt.
De detector gebruikt een aanzuiger (ventilator) met een laag vermogen, die is
ontworpen om langzaam ontwikkelende branden in relatief kleine gebieden te
detecteren. De detector is niet bedoeld om grote gebieden te beveiligen, of om
rook aan te zuigen uit gebieden waar verschillende luchtsnelheden of
drukverschillen heersen. Indien detectie is vereist in omgevingen die aan deze
omschrijvingen voldoen, moeten andere detectortypen worden gebruikt.
Systeemontwerp
Eenvoudige ontwerpen met korte aanzuigbuizen produceren de beste resultaten.
Ingewikkelde aanzuigbuisontwerpen moeten worden voorkomen met de detector.
Het gebruik van T-buisstukken wordt afgeraden. Maximum aanbevolen
aanzuigbuislengte is 50 m (165 ft.) in omgevingen zonder circulerende lucht. In
gebieden of toepassingen waar de externe luchtstroomsnelheid sneller is dan 1
meter per seconde (3 ft. per seconde), wordt de maximum aanzuigbuislengte
verminderd tot 10 m (33 ft.).
PipeCAD-buisontwerpsoftware moet worden gebruikt bij het
Opmerking:
ontwerpen van een buizennetwerk en het controleren van de prestaties.
Om ervoor te zorgen dat de installatie conform EN 54-20 is, moeten de buizen
ten minste conform EN 61386-1 Klasse 1131 zijn.
Aanzuigbuizen moeten afsluitdoppen hebben. In de afsluitdop moet een gat zijn
geboord van 4 of 5 mm doorsnee zonder bramen. Aanzuigopeningen horen
normaal tussen 3 en 4 mm doorsee te zijn, of zoals berekend door PipeCAD, en
zonder bramen. Elke buislengte mag niet meer dan 10 openingen bevatten
(inclusief de afsluitdopopening). Buistransporttijd vanaf de aanzuigopening die
het verst is verwijderd van de detector mag niet meer dan 120 seconden zijn en
moet een goedgekeurd buistype zijn. Het is raadzaam dat de rooktransporttijd
vanaf de verste aanzuigopening wordt gecontroleerd tijdens ingebruiknametests.
Externe capillaire aanzuigpunten kunnen worden gebruikt in plaats
aanzuigopeningen.
Plaats de rookaanzuigpunten altijd in posities waar de rook zich redelijkerwijze
zal verplaatsen. Meestal is het beter om de rookaanzuigbuis direct in de
luchtstroom te plaatsen (bijvoorbeeld tegenover het retourluchtregister van een
airconditioner).
Stratos Micra 25 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
11