Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Standaard Systeembeheerderscode En Installateurscode - alphatronics AlphaVision 96 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor AlphaVision 96:
Inhoudsopgave

Advertenties

scherm van de computer zichtbaar, bijvoorbeeld als:
INSTALLATIE GEGEVENS: ALPHAVISION 96
Bedieningspaneel 01: 28-06-1995 1.4
Bedieningspaneel 02: 28-06-1995 1.4
Bedieningspaneel 03: niet aanwezig
Bedieningspaneel 04: niet aanwezig
Bedieningspaneel 05: niet aanwezig
Bedieningspaneel 06: niet aanwezig
Bedieningspaneel 07: niet aanwezig
Bedieningspaneel 08: niet aanwezig
Printer
module : 26-10-1998 3.0
AlphaCom
module : niet aanwezig
Bridge
module : 12-05-1998 1.1 ACCESS Control Bridge
Bridge
module : niet aanwezig
Terminal
v5.2
Er wordt tevens getoond of de printer module, Alphacom, Alphapad of BRIDGE aangesloten is.
De Alphapad module voorziet in doormelding via het DATANET 1 (X.25 protocol). Het DATANET 1
netwerk is een alternatief voor een vaste lijn verbinding, zoals vereist bij installaties voor risico
klasse 4 AL2 . Wanneer een Alphapad module aangesloten is, dan zal het versie nummer en
versie datum getoond worden, gevolgd door een reeks cijfers.
De Alphacom alarmoverdrager, geschikt voor zowel AL1 als AL2 toepassingen, wordt aangeslo-
ten op het ISDN netwerk en verzorgt een snelle betrouwbare overdracht tussen het beveiligde
pand en de meldkamerontvanger.
Tenslotte wordt getoond of een BRIDGE module aangetroffen is. De BRIDGE module zorgt voor
een intelligente koppeling tussen een toegangscontrole systeem en de AlphaVision 96.
Bij oudere printer modules kan het voorkomen, dat de printer module niet weergegeven wordt,
terwijl de printer module wel aanwezig is en funktioneert. Dit zijn printer modules, die slechts
één kant op communiceren, namelijk vanaf de centrale naar de printer module. De huidige ver-
sie hardware kan wel naar twee richtingen communiceren en zal zich netjes melden met de
software versie en datum.

Instellen standaard systeembeheerderscode en installateurscode

1. Wanneer de DEFAULT toets op de print van de AlphaVision centrale (zie aansluitschema 1)
voor het onder spanning brengen van de print ingedrukt gehouden wordt totdat het bovenstaan-
de scherm op de computer zichtbaar is dan worden de systeembeheerderscode en de installa-
teurscode teruggezet op 445566 en 123456. Tevens wordt het aantal cijfers voor de PIN-codes op
6 gezet (zie scherm 8).
2. Na deze opstartprocedure wordt gevraagd om de installateurscode in te toetsen. De installa-
teurscode bestaat, net als de gebruikerscodes, uit 4, 5 of 6 cijfers. Standaard staat de centrale
ingesteld op 6-cijferige codes en is de installateurscode 123456. Is deze code aanwezig en
wordt het aantal cijfers van de gebruikerscodes teruggezet op bijvoorbeeld 4, dan wordt de
installateurscode dus 1234. Na het intoetsen van de installateurscode wordt nog op <ENTER>
gedrukt.
3. Wordt er geen code ingetoetst, dan zal na enkele seconden de AlphaVision centrale gaan
functioneren. Hierbij verschijnen er "vreemde" karakters in het beeld. Dit is de communicatie
tussen de centrale en de bedieningspanelen.
4. Wanneer de juiste installateurscode ingetoetst is, verschijnt er een uitgebreid menu van
mogelijkheden. Dit ziet er als volgt uit:
6
Installateurshandleiding voor de AlphaVision 96 centrale
COM1: 4800 8N1
[ALT-P] COM Port
v3.0 — 11/11/1998
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
I/O module
Alphatronics B.V. (c)98
01: niet aanwezig
02: niet aanwezig
03: niet aanwezig
04: niet aanwezig
05: niet aanwezig
06: niet aanwezig
07: niet aanwezig
08: niet aanwezig
09: niet aanwezig
10: niet aanwezig
11: niet aanwezig

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave