Wanneer het zone type op 0 geprogrammeerd wordt, betekent dit "niet actief". De betreffende
ingang hoeft dan niet met een weerstand afgesloten te worden, maar wordt door de centrale
volledig genegeerd. Type 0 is bedoeld om niet-gebruikte zones mee aan te geven.
Een zone moet ingesteld worden als direct, vertraagd of 24-uurs zone, dus één van deze drie
mogelijkheden. UITZONDERING: een zone mag ingesteld worden als zowel direct als ver-
traagd. In dat geval werkt de zone als follower. Een follower zone heeft bij inschakelen van de
sectie altijd een vertragingstijd, namelijk de bij de follower geprogrammeerde uitlooptijd. Een
follower heeft alleen dan een inloopvertraging, wanneer eerst een "gewone" vertraagde zone
geactiveerd is.
Normaal gesproken zullen de meeste zones als NC (normally closed) gebruikt worden. Door de
selectie van normally closed te verwijderen wordt de zone ingesteld als normally open. Hierbij
wordt verondersteld dat het alarmcontact van de detector in rusttoestand geopend is. Het
gebruik van normally open is tevens mogelijk in combinatie met EOL.
Een detector, bijvoorbeeld de Visonic Coral passief infrarood detector, kan dus op één van de
getoonde manieren aangesloten worden.
Voor de meest gebruikte Visonic detectoren zijn EOL opsteekprintjes verkrijgbaar. Deze printjes
worden onder de klemmen van de Visonic detector gestoken. De 3 EOL weerstanden zijn op
deze printjes aan-gebracht. De EOL opsteekprintjes zijn verkrijgbaar voor de Visonic SRN-2000,
SRN-2400 QUATRO, SRN-2000VDS, JET en één opsteekprint ten behoeve van de Visonic
Coral/Fox/Duet/Discovery/K-940/K-980 en Duo-200.
Wordt een ander type detector toegepast, dan mag de weerstand van 39kOhm weggelaten wor-
den, want bij het openen van de behuizing van de detector wordt de lusweerstand dan oneindig
en geeft dus sabotage alarm!
Let op: of het EOL principe werkt is dus per zone in te stellen! Het is dus ook mogelijk om alle
zones als EOL uit te voeren, behalve bij enkele magneetcontacten waar dit wat lastiger uit te
voeren is. Het gebruiken van het EOL principe bij sleutelschakelaars maakt het saboteren van
deze schakelaars een stuk moeilijker. Echter: het EOL principe is niet toepasbaar bij de aparte
KEY-A en KEY-B ingangen maar alleen wanneer een "gewone" zone als sleutelschakelaar
geprogrammeerd wordt.
12
Installateurshandleiding voor de AlphaVision 96 centrale
Zones kunnen gebruikt worden
volgens het EOL (end-of-line) prin-
cipe. Hierbij vindt er een controle
plaats of de kabel tussen de cen-
trale en de detector nog intact is.
Hiertoe wordt aan het einde van
de kabel, dus in de behuizing van
de detector, een weerstand van
1,8k Ohm geplaatst. Over het
alarmcontact van de detector
komt een weerstand van 10k Ohm
en over het sabotagecontact een
weerstand van 39k Ohm.
Wordt er geen gebruik gemaakt
van EOL, dan ligt de grens tussen
het geopend of gesloten zijn van
een zone op circa 6k Ohm. Let op:
ook sleutelschakelaars kunnen
met dit EOL principe functioneren,
zie opmerking bij zone type.