Sectie: AB......
<#> = AAN
Blokkeren van zones
Zones worden geblokkeerd door het intoetsen van <B> gevolgd door het zone nummer in één
of twee cijfers, gevolgd door <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5. Vervolgens ver-
schijnt op het display:
Zone geblokkeerd
zone benaming
Op de plaats van de tekst "zone benaming" wordt vanzelfsprekend de daadwerkelijk gepro-
grammeerde zone benaming weergegeven.
De blokkering van een zone wordt opgeheven door bovenstaande handeling nogmaals uit te
voeren. De blokkering van een zone wordt automatisch opgeven wanneer de sectie waarbij de
zone hoort is ingeschakeld geweest en vervolgens wordt uitgeschakeld. Let op: wanneer een
zone bij meerdere secties hoort, bijvoorbeeld bij sectie A, B en C, en er één sectie van deze drie
wordt ingeschakeld en uitgeschakeld, dan zal de blokkering weer automatisch opgeheven zijn.
Om dergelijke bedieningsfouten te voorkomen is het raadzaam om het blokkeren van zones die
bij meer dan één sectie horen onmogelijk te maken (zie scherm 1).
PIN-code overzicht printen
Door het uitvoeren van functie 14 kan de systeembeheerder (let op: alléén de systeembeheer-
der, dus met code nummer 98!) een overzicht uitdraaien via de printermodule van alle gepro-
grammeerde PIN-codes.
Weergeven openstaande zones
Met behulp van functie 20 kunnen de openstaande zones weergegeven worden. Wanneer er
geen openstaande zones zijn, verschijnt op het bedieningspaneel de tekst: "Geen open zones in
de sectie(s)". Wanneer er wel openstaande zones zijn, worden deze één voor één getoond.
Wanneer de laatste openstaande zone weergegeven is, wordt het weergeven hervat bij de eer-
ste openstaande zone. Deze functie wordt beëindigd door op de toets <*> te drukken.
Er worden alleen openstaande zones getoond van de sectie(s) waartoe de gebruiker bevoegd
is. Wordt functie 20 dus gestart met een PIN-code die alleen geldig is voor sectie A, dan worden
alleen de openstaande zones van sectie A weergegeven.
Bij het weergeven van de open zones worden ook vertraagde en follower zones weergegeven.
Deze mogen ten tijde van het inschakelen vanzelfsprekend wel open staan.
Schakelen met het LED bedieningspaneel
Met het LED bedieningspaneel kan alleen in- of uitgeschakeld worden. Er kunnen geen funkties
uitgevoerd worden. Alleen de cijfertoetsen <0> t/m <9) de <*>-toets en de <#>-toets zijn aan-
wezig.
Met ingang van revisie 5.1 van het LED bedieningspaneel heeft de ingebouwde buzzer een extra
funktie. Wordt een geldige gebruikerscode ingetoetst, dan klinkt de buzzer één keer. Wordt een
ongeldige code ingetoetst, dan piept de buzzer drie keer kort.
Inschakelen met PIN-code niveau 1 (LED)
Toets een geldige gebruikerscode van nivo 1 in. De LEDs A t/m H geven de huidige status van
de sekties weer. De LEDs van de sekties, waar de ingetoetste code niet geautoriseerd voor is,
Installateurshandleiding voor de AlphaVision 96 centrale
29