INSTALLEREN VAN UITBREIDINGSMOGELIJKHEDEN
LCD & LED Bedieningspaneel
Een bedieningspaneel wordt aangesloten en van spanning voorzien via de RS-485 bus. Stel het
bedieningspaneel in op het eerste vrije adres. Standaard staat het bedieningspaneel ingesteld
op adres 1. Zie het hoofdstuk "dipswitch instellingen" voor de juiste instelling van het adres.
Wanneer op een bedieningspaneel alleen 0V en +12V aangesloten wordt, dan verschijnt op het
LCD de melding:
Alphatronics B.V.
Device Adress: 1
De "1" geeft hierbij aan, dat het bedieningspaneel op adres 1 is ingesteld. Op deze wijze kan
gecontroleerd worden of het bedieningspaneel op het gewenste adres is ingesteld. Ook bij het
opnieuw onder spanning brengen van het systeem zal deze melding gedurende korte tijd zicht-
baar zijn. Bij de LED uitvoering zal de corresponderende sectie led aangeven op welk adres het
paneel is ingesteld.
Het AlphaVision LED bedieningspaneel wordt door de AlphaVision 96 herkend aan het specifie-
ke versie-nummer, dat tijdens het opstarten opgevraagd wordt. Voor een standaard bedienings-
paneel is dit meestal 1.5 voor het LED bedieningspaneel echter 5.0 of 5.1.
Het LED bedieningspaneel wordt op één van de adressen 1 t/m 8 ingesteld. In totaal mogen er
nog steeds 8 bedieningspanelen op de AlphaVision RS-485 bus aangesloten worden. Hoeveel
LCD bedieningspanelen en hoeveel LED bedieningspanelen er gebruikt worden maakt niet uit.
De AlphaVision 96 is zelfs te gebruiken met maar één LED bedieningspaneel.
De LEDs OK, A, B, 230V en TEL werken op het LED bedieningspaneel identiek aan die van een
LCD bedieningspaneel. Ditzelfde geldt voor de ingebouwde buzzer.
Op het LED bedieningspaneel zijn aan de linkerzijde van de toetsen de LEDs A t/m H aange-
bracht. Deze dienen om de status van de sekties A t/m H weer te geven. Met dipswitch 4 wordt
ingesteld of deze weergave continu plaatsvindt (dipswitch 4 op ON) of alleen na het intoetsen
van een geldige PIN-code en dan automatisch weer gedoofd wordt.
Met het LED bedieningspaneel kan alleen in- of uitgeschakeld worden. Er kunnen geen funkties
uitgevoerd worden. Alleen de cijfertoetsen <0> t/m <9) de <*>-toets en de <#>-toets zijn aan-
wezig.
Met ingang van revisie 5.1 van het LED bedieningspaneel heeft de ingebouwde buzzer een extra
funktie. Wordt een geldige gebruikerscode ingetoetst, dan klinkt de buzzer één keer. Wordt een
ongeldige code ingetoetst, dan piept de buzzer drie keer kort.
Omdat een bedieningspaneel van spanning voorzien wordt via de RS-485 bus, kan een bedie-
ningspaneel niet al te ver van een voedingspunt af gemonteerd worden, zie het hoofdstuk
"stroomverbruik en bekabeling".
Let op, dat de instelling van bedieningspanelen afwijkt van de instelling van een input of I/O
module.
Input module
Een Input module (I module) wordt aangesloten en spanning voorzien via de RS-485 bus. Stel de
input module in op het eerste vrije adres. Zie het hoofdstuk "dipswitch instellingen" voor de
juiste instelling van het adres.
Installateurshandleiding voor de AlphaVision 96 centrale
35