DIP-schakelaar nr. 1
Om een Katherm HK via een gebouwautomatisering op locatie d.m.v. 0..10 V signalen aan te sturen
moet DIP-schakelaar nr. 1 op ON worden gezet.
De vereiste parameterinstellingen worden omschreven in paragraaf 11.3.17.
Fabriekinstelling:
DIP1 = OFF
DIP-schakelaar nr. 2
DIP-schakelaar nr. 2 dient dwingend op OFF te worden gezet.
Fabriekinstelling:
DIP2 = OFF
DIP-schakelaar nr. 3
Voor het bewaken van de watertemperatuur kan als optie een aanlegsensor worden geïnstalleerd.
De volgende functies kunnen door een aanlegsensor worden uitgevoerd:
1. Vrijgave van de ventilatorstanden, als er volgens de regeling warm of koud water bij de wisselaar
aanwezig is (auto-ecofunctie, zie paragraaf 11.3.10)
2. Omschakeling verwarmen/koelen in een 2-pijps systeem (zie paragraaf 11.3.7)
3. Vorstbescherming van het apparaat (zie paragraaf 5.2)
Als een aanlegsensor geïnstalleerd is, moet DIP-schakelaar nr. 3 op ON worden gezet.
Katherm HK worden standaard zonder aanlegsensor geleverd en DIP-schakelaar nr. 3 heeft de
instelling DIP3=OFF.
Fabriekinstelling:
DIP3 = OFF
DIP-schakelaar nr. 4
In een 2-pijps systeem verloopt de omschakeling verwarmen/koelen standaard door de bedrading
van de digitale ingang DI2, waarbij de volgende modi afhankelijk van het externe contact
uitgevoerd worden:
DIP4=ON + ext. contact open
DIP4=ON + ext. contact gesloten
Fabriekinstelling:
2-pijps systeem ? DIP4=ON
4-pijps systeem ? DIP4=OFF
Als alternatief kan de omschakeling verwarmen/koelen in een 2-pijps systeem via een aanlegsensor
worden uitgevoerd. DIP-schakelaar nr. 4 moet bij deze variant op DIP4=OFF worden gezet (zie
paragraaf 11.3.7).
DIP-schakelaar nr. 5
De convectoruitvoering (2-pijps/ 4-pijps) wordt via DIP-schakelaar nr. 5 ingesteld.
Fabriekinstelling:
2-pijps systeem ? DIP5=OFF
4-pijps systeem ? DIP5=ON
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
? verwarming
? koeling
Katherm HK
Ka Control voor Katherm HK
1.43
29
29