** Afgeschermde, als paar
ineengedraaide leidingen
gebruiken, bv. CAT5 (AWG23),
minimaal gelijkwaardig.
Vervolgapp.
Vervolgapp.
#1
#2
Síť
230 V / 50 Hz
max. Lengte = 30 m
** Afgeschermde, als paar
ineengedraaide leidingen
gebruiken, bv. CAT5 (AWG23),
minimaal gelijkwaardig.
Vervolgapp.
Vervolgapp.
#1
#2
Síť
230 V / 50 Hz
max. Lengte = 30 m
** Afgeschermde, als paar
ineengedraaide leidingen
gebruiken, bv. CAT5 (AWG23),
minimaal gelijkwaardig.
connexiteit kacontrol regelorgaan
schakelaar vak moet worden gecontroleerd op site
beleid moet worden
gecontroleerd op site
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
6.5 Externe ruimtetemperatuursensor
• Alle Katherm HK geleideapparaten beschikken over een analoge
ingang om een externe ruimtetemperatuursensor aan te sluiten.
• Sluit de leidingen volgens schakelschema aan en configureer de
functies d.m.v. KaController.
• De
leidinglengte
ruimtetemperatuursensor mag max. 30 m. bedragen.
Op de volgapparaten kan geen externe ruimtetemperatuursensor
worden aangesloten.
Als
een
externe
geleideapparaat wordt gebruikt, dient DIP-schakelaar nr. 6
conform paragraaf 10 te worden afgesteld.
6.6 Ingangen ter verwerking van ext. contacten (bv. raamcontact,
kaartlezer, enz.)
• Alle Katherm geleideapparaten beschikken over multifunctionele
ingangen die bij de inbedrijfstelling met verschillende functies
kunnen worden bezet.
• Sluit de leidingen volgens schakelschema aan en configureer de
functies d.m.v. KaController.
• De leidinglengte tussen het geleideapparaat en de externe
potentiaalvrije contacten mag max. 30 m. bedragen.
Er kunnen geen externe contacten bv. raamcontact, kaartlezer,
enz.) op de volgapparaten worden aangesloten.
6.7 Condensaatpomp
• Als een condensaatpomp wordt gebruikt, moet er een aparte
spanningsvoeding (zekering op locatie T1A) beschikbaar worden gesteld.
• Om de melding „Condensaatalarm" in te schakelen moet een
kabelverbinding tussen het aansluitpunt van de condensaatpomp
en de KaControl-besturingsunit worden gemaakt.
• Sluit de leidingen volgens schakelschema aan en configureer de
functie d.m.v. KaController.
Ook bij de volgapparaten moet de melding Condensaatalarm worden ingeschakeld.
Katherm HK
Ka Control voor Katherm HK
tussen
het
geleideapparaat
ruimtetemperatuursensor
1.43
en
de
bij
een
23
23