Katherm HK
Ka Control voor Katherm HK
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
CAN-bus-kaart
CAN-bus-kaart
apparaat #1
Regeling met één cyclus
(maximaal 30 apparaten)
Communicatie tussen de
Katherm HK's via CAN-bus,
busaansluiting op de CAN-bus-kaart
Spoelen gemonteerde
Inbouwdoos
Contactvoeten
** Afgeschermde, als paar
ineengedraaide leidingen
gebruiken, bv. CAT5 (AWG23),
minimaal gelijkwaardig.
Geleideapp.
Vervolgapp.
#1
#2
CAN-bus-kaart
CAN-bus-kaart
apparaat #1
apparaat #1
Max. leidinglengte 30m
22
22
1.43
6.3.1 Afsluitweerstanden in een CAN-bus-systeem
• De busleidingen tussen de CAN-bus-kaarten moeten lijnvormig
apparaat #1
worden uitgevoerd.
• Voordat de afsluitweerstanden worden geplaatst, moet de
Katherm HK spanningvrij worden geschakeld.
• Er moet op de eerste en laatste CAN-bus-kaart in een buslijn een
afsluitweerstand tussen de klemmen „+" en „-" worden
aangesloten.
• Weerstandswaarde afsluitweerstand: 120 Ohm
6.3.2 Busverbindingen tussen Katherm HK
• De buscommunicatie tussen de Katherm HK's met CAN-bus-
kaarten verloopt uitsluitend via de CAN-bus.
De in regelingen met één cyclus gebruikte tLAN-buscommunicatie
tussen de Katherm HK's wordt niet aangesloten.
• De aansluitcondities van de CAN-bus-kaarten dienen te worden
ontleend aan het technische gegevensblad van de CAN-bus-
kaarten.
6.4 KaController
• Voor de KaController is een inbouwdoos nodig.
• Sluit de KaController aan op de dichtstbijzijnde Katherm HK
conform
KaController en Katherm HK bedraagt 30 m.
• Door het aansluiten van een KaController wordt de betreffende
Katherm HK automatisch het geleideapparaat in de regelcyclus.
schakelschema.
De
maximale
buslengte
tussen