CAN-bus-kaart
Vooraanzicht
Achteraanzicht
DIP-schakelaar op de
achterkant van de CAN-bus-kaart
DIP1 = ON
DIP2 = OFF
DIP3 = OFF
DIP4 = OFF
DIP5 = OFF
DIP6 = OFF
DIP7 = OFF
DIP8 = ON
DIP9 = OFF
DIP10 = OFF
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
9.1.2 Maximaal 30 Katherm HK in één regelzone
• Katherm HK in regelingen met één cyclus met meer dan 6
apparaten moeten worden geadresseerd.
• De adressering gebeurt via DIP-schakelaarinstellingen op de CAN-
bus-kaart.
• De definitie geleideapparaat / volgapparaat komt tot stand door
het aansluiten van de KaController.
• Door het aansluiten van een KaController wordt de betreffende
Katherm HK automatisch het geleideapparaat in de regelcyclus.
Door de hieronder omschreven configuratie krijgen alle CAN-bus-
kaarten hetzelfde CAN-adres en werken zij identiek in een
regelzone.
Configuratie van de CAN-bus-kaart door middel van DIP-
schakelaarinstelling (identiek voor alle CAN-bus-kaarten):
1. Katherm HK vrij van spanning schakelen.
2. CAN-bus-kaart van de basisprintplaat wegpakken
3. DIP-schakelaars conform afbeelding instellen.
4. CAN-bus-kaart op de basisprintplaat insteken.
5. Buskabel aansluiten.
6. Spanningsvoorziening voor Katherm HK inschakelen.
• De DIP-schakelaars op alle CAN-bus-kaarten in een regelcyclus
moeten identiek worden ingesteld!
Katherm HK
Ka Control voor Katherm HK
1.43
27
27