14
Voor een regeling opgestart kan worden moet het gebruikte koudemiddel ingevoerd worden.
U heeft keus uit de volgende koudemiddelen:
1
R12
2
R22
3
R134a
4
R502
5
R717 (ammoniak)
6
R13
7
R13b1
8
R23
Het gewenste koudemiddel wordt geselecteerd door het met het koudemiddel corresponde-
rende nummer (1 t/m 23) in te voeren. Indien 0 wordt gekozen wordt er geen koudemiddel
geselecteerd.
Een ingevoerd koudemiddel kan alleen veranderd worden als de functieschakelaar op
"control stopped" gezet wordt. (hoofdschakelaar in pos. 0)
Waarschuwing: een incorrecte selectie van het koudemiddel kan schade veroorzaken bij de
compressor.
Main function
MOP regeling
(MOP = Max. Operating Pressure)
De MOP functie begrenst de openingsgraad van het ventiel zolang de door S1 gemeten
verdampingstemperatuur hoger is dan de ingestelde MOP temperatuur. De functie kan alleen
actief zijn als de expansieventielfunctie AAN staat.
Common Controller
Extended inject. Ctrl. Settings
Geforceerd bedienen
De AKV ventielen kunnen geforceerd gesloten worden met een extern signaal (de "ON" in-
gang is uitgeschakeld). Deze functie moet gebruikt worden als functie van het
compressorbeveiligingscircuit zodat er geen vloeistofinspuiting meer plaats vindt zodra het
compressorbeveiligingscircuit de compressor uitschakelt.
Bij een ontdooiperiode zal de geforceerde sluiting van het ventiel pas opgeheven worden als
de ontdooiing beëindigd is. Het signaal voor geforceerd sluiten kan ook komen van de
"gateway". De parameter voor deze functie kan als volgt gedefinieerd worden:
0: "ON" ingang (aansluitklemmen 32 en 33) wordt niet gebruikt daar de regeling
gecontroleerd wordt door de "override" functie van de "gateway".
1: "ON" ingang (aansluitklemmen 32 en 33) moet gebruikt worden (als de spanning wegvalt,
sluit het ventiel).
TEV functie (niet in serie "A")
De elektronische inspuitfunctie kan ook uitgeschakeld worden en overgenomen door een
thermostatisch expansieventiel. Indien een thermostatisch expansieventiel wordt toegepast
dient er een magneetklep geplaatst te worden, aangesloten op de AKV uitgang van de regel-
aar. Deze functie maakt de regelaar geschikt voor verdamper/klep regelaar in grote pomp-
circulatiesystemen. De thermostaatfunctie schakelt nu de magneetklep open en dicht om de
gewenste mediumtemperatuur te handhaven.
De spoel van de magneetklep is van het type 230V d.c. De TEV functie wordt ingeschakeld
door de expansieventielfunctie op "OFF" te zetten (zie vorige pagina) en de "TEV" functie op
"ON".
Common Controller
Extended Inject. Ctrl. Settings
"Glide" functie (niet in serie "A")
Wanneer een zeotroop koudemiddel gebruikt wordt dient er een waarde voor de temperatuur-
verschuiving (glide) ingesteld te worden.. U kunt contact opnemen met Danfoss voor een cor-
recte instelling.
Common Controller
Extended Inject. Ctrl. Settings
Functiebeschrijving RC.1H.U4.10 © Danfoss 05/2002
9
R500
10
R503
11
R114
12
R142b
13
Gebruiker gedefiniëerd
14
R32
15
R227
16
R401A
Rfg. type 1..23
MOP Ctrl. OFF / ON
MOP ° C ___
TEV OFF / ON
Glide K ___
17
R507
18
R402A
19
R404A
20
R407C
21
R407A
22
R407B
23
R410A
___
Rfg. type
AKC 114-116