3 Productbeschrijving
83302007 1/2019-04 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliebrander WL20/1-C
3.3.4 Programmaverloop
Voorventilatie zonder servomotor
Bij warmtevraag start de brandermotor na de initialisatietijd (T
De vuurhaard wordt voorgeventileerd.
Voorventilatie met servomotor (optie)
Bij warmtevraag loopt de servomotor-luchtklep na de initialisatietijd (T
Als de eindschakelaar (S2) van de servomotor gesloten is, start de brandermotor.
De vuurhaard wordt voorgeventileerd.
Ontsteking
Met de voorventilatietijd (T
Brandstofvrijgave
Na de voorventilatietijd (T
vrijgegeven.
Veiligheidstijd
Met de brandstofvrijgave begint de veiligheids- (T
Binnen de veiligheidstijd (T
Werking
Via de vlamvoeler controleert de verbrandingsmanager het vlamsignaal.
Naventilatie
Als er geen warmtevraag meer is, sluit het magneetventiel (K11) en wordt de
brandstoftoevoer gestopt.
De naventilatietijd (T
) begint.
N
Na de naventilatietijd (T
) schakelt de brandermotor uit.
N
De servomotor (optioneel) gaat toe.
12-76
) start de ontsteking.
V
) opent het magneetventiel (K11) en wordt de brandstof
V
S
) moet het vlamsignaal voorhanden zijn.
S
).
I
) open.
I
) en naontstekingstijd (T
NZ
).