3. Montage
Min. 100 mm
1
2
Voor EMC redenen, moet de montageplaat gemaakt
zijn van een elektrisch geleidend materiaal, bijv.
ijzer.
De twee montage vorken aan elke zijde van de
bevestigingsschroeven moeten worden vastgezet,
bijv. met een zelf tappende schroef.
De CU 401 besturingseenheid moet gemonteerd worden op
een 35 mm standaard DIN rail (EN 50022).
Aanbevolen hoogte 7,5 mm.
De afmetingen van de eenheid staan in hoofdstuk
16. Afmetingen. Alle afmetingen zijn weergegeven in mm.
Opm.:
• Plaats de CU 401 eenheid zo, zodat er genoeg ruimte vrij is
om een modem, CompactFlash kaart en communicatie bus
te monteren.
• Plaats de CU 401 eenheid aan de linkerkant van de uitbrei-
dingsmodulen.
• Bus-afsluitweerstand, zie hoofdstuk 9. Bus-afsluitweer-
stand.
• Plaats de interne batterij (geleverd in separate verpakking)
voordat de CU 401 op de DIN rail wordt gemonteerd.
• Monteer de CU 401 eenheid door eerst de bovenkant in te
haken op de DIN rail en daarna de onderkant.
• Plaats de klemmen en draai de bevestigingsschroef in de
"gesloten" positie.
Gebruik een gewone 6 mm schroevendraaier.
Gesloten
Schuif positie
• Als de modulen verticaal worden gemonteerd, is het aanbe-
volen om de eindsteun geleverd bij de DIN rail, bijv. onder
de laagste module te plaatsen.
• Controleer de hardware wanneer alle modulen zijn gemon-
teerd en de voedingsspanning is ingeschakeld. Het signaal-
lampje (P) moet groen branden.
Opm.: Als een CompactFlash kaart is aangebracht, zal de
module instelling veranderen overeenkomstig het input pro-
gramma.
Plaats de CU 401 in een afgesloten besturingskast,
zodat er alleen via speciaal gereedschap of sleutels
toegang krijgt tot de besturingskast. De sleutels
beschikbaar stellen aan bevoegd personeel.
Open
107