Aansluiten
5.2 Aansluiten SITRANS LR250
Verlies van beveiliging
Een onjuiste installatie kan leiden tot het verlies van goedkeuringen.
● Controleer het typeplaatje op uw instrument om de toelating te verifiëren.
● Gebruik de juiste kabeldoorvoerafdichtingen om de IP- of NEMA-beschermingsklasse te
● Zie Bedrading configuraties voor installaties in explosiegevaarlijke gebieden (Pagina 30).
LET OP
Onjuiste kabels en doorvoer
● Er kunnen aparte kabels en doorvoeren nodig zijn om te voldoen aan de standaard
①
②
③
Kan met het apparaat zijn meegeleverd.
a)
Wanneer de kabel door een doorvoer wordt gevoerd, gebruik dan uitsluitend wartels van de
b)
goede maat voor waterdichte toepassingen.
Geldt niet voor 3-A instrument met sanitaire goedkeuring.
c)
Bedradingsinstructies
1. Strip de kabelmantel over een lengte van ca. 70 mm (2.75") vanaf het uiteinde van de kabel
en voer de draden door de wartel. (Wanneer de kabel door een doorvoer wordt gevoerd,
gebruik dan uitsluitend wartels van de goede maat die zijn goedgekeurd voor waterdichte
toepassingen.)
2. Sluit de draden aan op de klemmen zoals aangegeven: SITRANS LR250 (FF) is niet
polariteitsgevoelig.
28
WAARSCHUWING
handhaven.
instrumentatie-bekabelingsnormen of elektrische regelgeving.
1
2
3
Gebruik een 2 mm inbussleutel voor het losdraaien van
de borgschroef van het deksel
Stekker (IP68)
Optionele kabelwartel
4
5
c)
(of NPT kabeldoorvoer)
a) b)
Beknopte bedieningshandleiding, 06/2018, A5E34046626-AB
④
Kabelafscherming
⑤
Aardingsklem
b)
LR250 (FOUNDATION FIELDBUS)