Tips en opmerkingen
x Autom. scènekeuzekn.
• Wanneer u de camera op het onderwerp richt, selecteert de camera
automatisch de meest optimale onderwerpstand uit de onderstaande lijst en
past de opname-instellingen dienovereenkomstig aan.
e
Portret (close-up foto van één of twee personen)
Portret (maken van een foto van drie of meer personen of een
b
compositie met een groot achtergrondgebied)
f
Landschap
h
Nachtportret (close-up foto van één of twee personen)
Nachtportret (maken van een foto van drie of meer personen of een
c
compositie met een groot achtergrondgebied)
Nachtlandschap
• De camera maakt continu foto's en combineert en bewaart deze als
g
i
Close-up
j
Tegenlicht (maken van een foto van onderwerpen anders dan mensen)
d
Tegenlicht (maken van een foto van mensen)
d
Andere onderwerpen
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk dat de camera niet
altijd de gewenste onderwerpstand kiest. Indien dit het geval is, ga dan naar de
A (auto)-stand (A30) of kies de optimale onderwerpstand handmatig.
d Sport
• Als u de ontspanknop helemaal ingedrukt houdt, maakt de camera max. 6 foto's
met een snelheid van ongeveer 8 beelden per seconde (bps) wanneer de
beeldkwaliteit is ingesteld op Normal en het beeldformaat op F 4000×3000).
• Het aantal beelden per seconde bij continu-opnamen kan laag zijn, afhankelijk
van de instelling voor beeldkwaliteit en beeldformaat, de gebruikte
geheugenkaart of opnameomstandigheden.
• Bij alle foto's uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en kleurinstelling
aangehouden die de camera voor de eerste foto uit de reeks heeft ingesteld.
e Nachtportret
• De flitser gaat altijd af. Schuif de flitser uit alvorens te fotograferen.
40
één beeld, net als wanneer Uit de hand in j (nachtlandschap)
(A41) wordt geselecteerd.