Stap 1 De camera aanzetten
1
Open de monitor en verwijder de objectiefdop.
• Zie "De monitor openen en de hoek van de monitor aanpassen" (A9) voor
meer informatie.
• Zie "Verwijderen en aanbrengen van de objectiefdop" (A8) voor meer
informatie.
2
Druk op de hoodschakelaar.
• Als u de camera voor het eerst
aanzet, zie "Taal, datum en tijd
instellen" (A28).
• De monitor wordt aangezet.
• U zet de camera uit door nogmaals
op de hoofdschakelaar te drukken.
3
Controleer de aanduiding van het batterijniveau en het
aantal resterende opnamen.
Aanduiding batterijniveau
Weergave
b
B
N
Batterij is leeg.
Aantal resterende opnamen
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, wordt weergegeven.
• C wordt weergegeven wanneer er geen geheugenkaart in de camera is
geplaatst en de foto's in het interne geheugen worden opgeslagen.
26
1280
1280
1280
1/250
1/250
1/250
F5.6
F5.6
F5.6
Beschrijving
Het batterijniveau is hoog.
Het batterijniveau is laag.
De camera kan geen opnamen maken. Laad de
batterij op.
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen