1. Verwijder het oliefilter door het omhoog
te trekken.
Het oliefilter kan olie of overstro-
mende vloeistoffen aan de onder-
kant verzamelen. Terwijl het filter
wordt gedemonteerd, moet het
recht worden verwijderd om drup-
pelen en morsen te voorkomen.
Pas op dat u de verwijderde oliefil-
tergroep niet beschadigt door op
het glas van de kookplaat te vallen.
2. Was het verwijderde vetfilter in de vaat-
wasser of met de hand.
Was de filters in water met vloei-
baar wasmiddel en plaats ze na het
drogen terug. Aluminiumfilters kun-
nen van kleur veranderen als ze
worden gewassen; dit is normaal
en u hoeft uw filters niet te vervan-
gen.
3. Vervang het oliefilter na het reinigen.
Verwijderen van het actieve koolfilter
Actieve koolstoffilters zorgen ervoor dat
geurtjes in het product worden vastgehou-
den en moeten voor optimale prestaties re-
gelmatig worden vervangen. Let op de vul-
waarschuwingsindicator voor vervanging.
Wanneer het product 150 bedrijfsu-
ren heeft voltooid, verschijnt er een
F-vormige waarschuwing op de
kookplaten. Het filter moet uiterlijk
bij deze waarschuwing worden ver-
vangen. Volg de uitgebreide uitleg
in Instellingen om deze waarschu-
wing te resetten.
Volg de gedetailleerde uitleg in In-
stellingen om het resterende werk-
tijdbereik van geactiveerde kool-
stoffilters te zien.
Verwijderen;
1. Verwijder het oliefilter door het omhoog
te trekken.
Het oliefilter kan olie of overstro-
mende vloeistoffen aan de onder-
kant verzamelen. Terwijl het filter
wordt gedemonteerd, moet het
recht worden verwijderd om drup-
pelen en morsen te voorkomen.
In het oliefiltergedeelte zit een mag-
neetschakelaar. Ventilatie is niet
mogelijk zonder het onderdeel voor
vloeistofbescherming.
2. Verwijder de vloeistofopvangkamer zo-
als weergegeven in de onderstaande af-
beelding.
NL / 32
NL
ET
IT