UITGAVE 07/2014
GEBRUIKSAANWIJZING
8
REINIGING EN ONDERHOUD
8.1
REINIGING
8.1.1
REINIGINGSPERSONEEL
Reinigingswerkzaamheden moeten regelmatig en zorgvuldig door gekwalifi ceerd en
geïnstrueerd personeel worden uitgevoerd. Over specifi eke gevaren moet tijdens de
instructie informatie worden gegeven.
Tijdens de reinigingswerkzaamheden kunnen de volgende gevaren optreden:
- Gezondheidsgevaar door inademen van oplosmiddeldampen
- Gebruik van ongeschikt reinigingsgereedschap en hulpmiddelen
8.1.2
VEILIGHEIDSTIPS
Bros geworden fi lterdrukregelaar!
Reservoir op de fi lterdrukregelaar wordt bros bij contact met
oplosmiddelen en kan scheuren.
Gevaar voor letsel door rondvliegende delen.
Exploderende gasmengsels bij onvolledig gevulde pomp!
Levensgevaar door rondvliegende delen.
BESTELNUMMER DOC2367400
WAARSCHUWING
Reinig het reservoir op de fi lterdrukregelaar niet met
oplosmiddel.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat pomp en aanzuigsysteem altijd volledig zijn
gevuld met reinigingsmiddel of werkmateriaal.
Spuit het apparaat na reiniging niet leeg.
38