UITGAVE 07/2014
GEBRUIKSAANWIJZING
6.8.4
VULLEN MET WERKMATERIAAL
Standen kogelkraan
1
Open: werkstand
2
Dicht: de luchtmotor kan nog onder druk staan.
3
Ontluchten: de werkdruk in de luchtmotor
wordt ontlucht (stuurluchtdruk is nog
aanwezig).
1 Plaats de aanzuigslang (7) samen met de
terugloopbuis (4) in een reservoir met
werkmateriaal (6).
2 Stel de drukregelaar (1) op ca. 0,05 MPa; 0,5 bar;
7,25 psi in.
3 Open ontlastingsklep (3).
4 Open de kogelkraan (2) langzaam.
5 Stel de luchtdruk op de drukregelaar (1) zodanig
bij, dat de pomp regelmatig loopt.
6 Sluit de kogelkraan (2) zodra schoon
werkmateriaal uit de terugloopbuis (4) stroomt.
7 Draai ontlastingsklep (3) in spuitstand.
8 Richt het pistool zonder spuitkop in het
reservoir (5) en haal de trekker over.
9 Open de kogelkraan (2) langzaam.
10 Sluit de kogelkraan (2), wanneer er schoon
werkmateriaal zonder luchtbellen naar buiten
stroomt.
11 Sluit het spuitpistool zodra er geen druk meer op
het systeem staat.
12 Borg het spuitpistool.
BESTELNUMMER DOC2367400
3
2
1
B_04303
B_04301
Stand
"Circulatie"
Ontlastingsklep
Stand "Spuiten"
33