8
Programmeren
1
2
3
4
Als bij het instellen 15 s lang geen toets wordt ingedrukt, keert het apparaat met de
ongewijzigde waarden terug naar de runmodus.
Wijzigingen in de menuoptie "MEDI" worden pas na een oliereset OLC van kracht.
8.1
Vergrendelen / ontgrendelen
Het apparaat kan elektronisch vergrendeld worden om te voorkomen dat er onbedoeld
verkeerde gegevens worden ingevoerd. Druk in de runmodus 10 s lang beide program-
meertoetsen in. Zodra de weergave verdwijnt, is het apparaat vergrendeld of ontgren-
deld.
Als bij een vergrendeld apparaat geprobeerd wordt om de parameterwaarden te
wijzigen, verschijnt kortstondig "Loc" op het display.
Handboek – Diagnose-eenheid DUO10A
Mode/Enter
Set
Mode/Enter
Set
Mode/Enter
Set
Overige parameters wijzigen:
begin weer bij stap 1.
Programmeren
Vergrendelen / ontgrendelen
Druk de toets <Mode/Enter> in tot de
gewenste parameter op het display
verschijnt.
Druk de toets <Set> in en houd deze
ingedrukt.
De actuele parameterwaarde wordt
gedurende 5s weergegeven, daarna
wordt hij verhoogd.
De waarde kan stapsgewijs verhoogd
worden door de toets een keer in te
drukken of continu door de toets
ingedrukt te houden.
Om de waarde te verlagen laat u de
weergave doorlopen tot de maximale
instelwaarde. Daarna begint het display
weer bij de minimale instelwaarde.
Druk de toets <Mode/Enter> kort in
om de ingestelde parameterwaarde te
bevestigen.
Programma beëindigen:
wacht 15 s of druk de toets
<Mode/Enter> in tot de actueel gemeten
waarde weer verschijnt.
I
8
0 0
31