Bedrijf en service
I
6
Instellingen
0 0
6
Bedrijf en service
6.1
Instellingen
6.1.1
Temperatuureenheid
6.1.2
Programma-instellingen
6.2
Bedrijfssoorten
6.2.1
Runmodus
6.2.2
Displaymodus
6.2.3
Programmeermodus: instellen van de parameterwaarden
24
Met de apparaatfuncties [Mode/Enter] / [Uni] kunt u de eenheid van de temperatuur van
°C (SI) op °F zetten.
Als het apparaat ondersteboven is ingebouwd, kan de weergave op het display 180°
gedraaid worden met [Mode/Enter] / [dis]. Daar kunt u de weergave ook volledig uitscha-
kelen.
De runmodus is de normale werkmodus.
Nadat de voeding is ingeschakeld, bevindt het apparaat zich in de runmodus. Het voert
zijn bewakingsfunctie uit en schakelt de transistoruitgangen overeenkomstig de inge-
stelde parameters.
Het display geeft de actuele prognose van de resterende levensduur van de olie weer.
De gele leds signaleren de schakeltoestand van de uitgangen en de groene leds geven
de ingestelde weergave-eenheid in dagen (d) weer.
De displaymodus dient voor de weergave van de parameters en de ingestelde parame-
terwaarden.
Het apparaat wordt in de displaymodus gezet door de toets <Mode/Enter> kort in te
drukken. Intern blijft het in de werkmodus. Onafhankelijk daarvan kunnen de ingestelde
parameterwaarden en de minimale en maximale waarden in het geheugen worden
afgelezen:
•
Door de toets <Mode/Enter> kort in te drukken kunt u door de parameters bladeren.
•
Door de toets <Set> kort in te drukken wordt gedurende ca. 15 s de bijbehorende
parameter-/geheugenwaarde weergegeven. Na nog eens 15 s keert het apparaat
terug naar de runmodus.
Het apparaat gaat naar de programmeermodus als er een parameter geselecteerd is en
daarna de toets <Set> langer dan 5 s ingedrukt wordt (de parameterwaarde wordt knip-
perend weergegeven en daarna continu verhoogd). Ook hier blijft het apparaat intern in
de werkmodus. Het voert zijn bewakingsfuncties met de bestaande parameters verder
uit tot de wijziging afgerond is.
De parameterwaarde kan met de toets <Set> gewijzigd en met de toets <Mode/Enter>
bevestigd worden. Het apparaat keert terug naar de runmodus als er daarna 15 s lang
geen toets meer wordt ingedrukt.
Handboek – Diagnose-eenheid DUO10A