Tonercartridges voor kleurenregistratie aanpassen
Toen de nieuwe overdrachtsrol werd geïnstalleerd en alle fotoconductoreenheden van de gebruikte overdrachtsrol naar de
nieuwe werden verplaatst, kan de aanpassing van de tonercartridges en de fotoconductoreenheden zijn veranderd. Voer
de volgende stappen voor kleurregistratie uit ten behoeve van een betere kleurenkwaliteit:
1
Zet de printer uit.
2
Houd
en
3
Laat de knoppen los zodra de klok verschijnt.
Op de eerste regel van het display verschijnt het MENU CONFIG.
4
Druk op
totdat
5
Uitlijningspagina afdrukken staat op de eerste regel, dus druk op
Wacht terwijl er vier pagina's worden afgedrukt. Controleer elke pagina op de letters A t/m L.
6
Druk op
totdat
Er wordt een scherm weergegeven met een nummer in het vakje. Dit getal geeft de huidige uitlijning weer.
7
Kies op het afgedrukte vel de meest rechte van de 20 regels naast de letter A.
8
Druk op
om het aantal dat wordt weergegeven in het vakje te verlagen, of op
om zo overeen te komen met het gekozen nummer en druk vervolgens op
Het bericht Selectie verzenden verschijnt.
9
Herhaal stap 6 en stap 8 om een nieuwe uitlijning voor de letters B t/m L in te stellen.
10
Druk op
.
11
Druk op
tot
Printer onderhouden
ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
Kleuruitlijning verschijnt en druk vervolgens op
Instelling A verschijnt en druk vervolgens op
menu Config afsluiten verschijnt en druk vervolgens op
Tonercartridges voor kleurenregistratie aanpassen
.
87
.
.
om het aantal te verhogen
.
om de procedure te voltooien.