Optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren
De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan
worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
Waarschuwing:
VOORZICHTIG:
Als u een flashgeheugenkaart of een firmwarekaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar
hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en het netsnoer loskoppelen.
1
Toegang tot de systeemkaart (zie Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer).
2
Pak de kaart uit. Bewaar de verpakking.
Opmerking: Raak de metalen pinnen aan de onderkant van de kaart niet aan.
3
Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen
in de systeemkaart.
4
Druk de kaart stevig op zijn plaats.
Opmerking: De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart.
Let erop dat de connectoren niet beschadigd raken.
Opties installeren en verwijderen
De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit
gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat
u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Plastic pinnen
Optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren
Metalen pinnen
130