Status projectorindicator
De lampjes op de projector geven de projectorstatus aan en laten u weten
wanneer een probleem optreedt. Controleer de status en kleur van de lampjes
en raadpleeg dan deze tabel voor een oplossing.
Als de lampjes een patroon tonen dat niet wordt vermeld in de
onderstaande tabel, schakelt u de projector uit, haalt u de stekker uit
het stopcontact en neemt u contact op met Epson voor hulp.
a
Statusindicatielampje
Projectorstatus
Lampjesstatus
Probleem en oplossingen
Blauw opgelicht
Normale werking.
Knipperend blauw
De projector opwarmen of uitschakelen.
Gebruik van de afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld wanneer de indicator blauw knippert.
Uit
Stand-bymodus.
Wanneer u op de voedingsknop drukt, start de projectie.
Lampjesstatus
Probleem en oplossingen
Oranje opgelicht
De projector is oververhit en uitgeschakeld. Laat deze
uitgeschakeld om de projector gedurende 5 minuten te
laten afkoelen.
• Controleer of de ventilatie-openingen en de luchtfilter
niet zijn verstopt met stof of geblokkeerd worden door
objecten in de buurt.
• Controleer of de omgevingstemperatuur niet te warm
is.
• Reinig of vervang het luchtfilter.
• Als u de projector op grote hoogte gebruikt, zet u de
instelling Hoogtemodus op Aan in het menu van de
projector.
s Instellingen > Hoogtemodus
• Als het probleem zich blijft voordoen, koppelt u de
projector los en neemt u contact op met Epson voor
hulp.
Waarschuwing obstakeldetectie.
Er wordt een pieptoon weergegeven en het bericht
"Weergave is gestopt omwille van veiligheidsredenen. Ga
verder van de lens af staan of verwijder eventuele
obstakels rond de lens" verschijnt.
De helderheid van de lichtbron neemt af.
• Controleer of er geen obstakels zijn die het
projectievenster storen. Verwijder eventuele obstakels.
• Reinig de obstakelsensor indien er geen obstakels zijn.
De projector wordt automatisch uitgeschakeld indien u
geen actie onderneemt.
Waarschuwing bewegingsdetectie.
Er wordt een pieptoon weergegeven en het bericht
"Weergave is gestopt omwille van veiligheidsredenen. Ga
verder van de lens af staan of verwijder eventuele
obstakels rond de lens" verschijnt.
De helderheid van de lichtbron neemt af.
• Controleer of er niemand in het projectievenster kijkt.
Ga verder van het projectievenster staan.
• Reinig de bewegingssensor als er niemand dicht bij het
projectievenster staat.
99