9 Inspectie en onderhoud
9
Inspectie en onderhoud
9.1
Aanwijzingen bij het onderhoud
Voorwaarde voor de continue gebruiksveiligheid, be-
trouwbaarheid en lange levensduur is een jaarlijkse in-
spectie- en onderhoudsbeurt van het toestel door de
vakman.
d
Gevaar!
Inspectie, onderhoud en reparaties
mogen alleen door een erkend installa-
teur worden uitgevoerd.
Niet-uitgevoerde inspectie- en onder-
houdswerkzaamheden kunnen leiden tot
materiële schade en lichamelijk letsel.
Om alle functies van het Vaillant toestel voor lange duur
te garanderen en om de toegestane serietoestand niet
te veranderen, mogen bij onderhoudswerkzaamheden
enkel originele Vaillant onderdelen gebruikt worden!
Een opsomming van eventueel benodigde reserveonder-
delen vindt u in de telkens geldige Vaillant onderdelen-
catalogi.
Informatie krijgt u bij alle Vaillant servicewerkplaatsen.
9.2
Onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok aan
spanningsvoerende delen! Schakel voor
werkzaamheden aan de warmtepomp de
stroomtoevoer uit (zekering) en beveilig
deze tegen onbedoeld opnieuw inschake-
len.
9.3
Onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
Op regelmatige tijdstippen (afhankelijk van milieucondi-
ties zoals gemiddelde buitentemperatuur, stofvorming,
luchtvochtigheid enz.) zijn de volgende onderhouds-
werkzaamheden noodzakelijk:
— Ca. 1 x jaarlijks de dichtheid van de verbrandingslucht-
toevoer controleren en evt. vervuilingen verwijderen.
— Verdamper controleren op vervuilingen (visuele con-
trole).
— Doorlaatbaarheid van de condenswaterafvoer contro-
leren en evt. vervuilingen/verstoppingen verhelpen.
60
9.3.1
Verbrandingsluchttoevoer controleren
• Controleer ong. eens per jaar de verbrandingslucht-
toevoer (luchtkanalen en toestelmantel in het boven-
ste bereik) bij voorkeur met buitentemperaturen
> 10 °C op lekkages (merkbare tocht of condensaat-
sporen).
Controleer daarbij ook de verdamper (lamellenbuis-
warmtewisselaar op de achterzijde van het toestel,
vgl. afb. 2.4 pos. 1).
• Open de inspectie-opening van het luchtkanaal en
voer een visuele controle uit van de verdamperlamel-
len om sterke vervuiling of afzettingen op te sporen.
h
Aanwijzing!
Op grond van de wisselende buitentem-
peratuur en luchtvochtigheid is rijmvor-
ming of bevriezing van de warmtewisse-
laar normaal. De warmtepomp start au-
tomatisch een ontdooicyclus.
Bij sterke afzettingen moet de verdamper gereinigd
worden, anders komt het tot permanente rijmvorming,
zodat de automatische ontdooifunctie eventueel niet
meer voldoende is om permanente bevriezing van de
verdamper in wintermodus te verhinderen. Bovendien
verminderen vervuilingen het vermogen van de warmte-
pomp om warmte uit de omgeving aan te trekken, zodat
de warmtepomp minder zuinig werkt.
9.3.2 Verdamper reinigen
Om de verdamper te reinigen is het nuttig het tussen-
stuk van het luchtinlaatkanaal te demonteren.
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging.
Bij het demonteren en monteren van de
onderdelen erop letten dat u de afdich-
tingen niet beschadigt.
• Verwijder de acht schroefverbindingen op de hoeken
en de klemmen op het tussenstuk van het luchtinlaat-
kanaal.
• Demonteer het tussenstuk van het luchtinlaatkanaal.
• Verwijder het bovenste zijdeel van de warmtepomp
(zie hfdst. 4.9), om genoeg bewegingsvrijheid voor het
reinigen te krijgen.
Installatiehandleiding geoTHERM VWL 0020076184_00