Verbinden met een WiFi-netwerk
1.
Op het startscherm tikt u op
2.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
te schakelen.
3.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
Uw telefoon zoekt nu naar beschikbare Wi-Fi-netwerken en geeft ze weer.
4.
Kies het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken en tik op
Verbinden.
Voer bij een gecodeerd Wi-Fi-netwerk het wachtwoord in wanneer hierom
wordt gevraagd.
Als Wi-Fi en mobiele data allebei zijn ingeschakeld, maakt uw telefoon
bij voorkeur een verbinding met het Wi-Fi-werk. Wanneer Wi-Fi
onbeschikbaar wordt, zal uw telefoon automatisch overschakelen naar
de mobiele gegevensverbinding.
Verbinden met een Wi-Fi-netwerk met behulp van WPS
Via WPS (Wi-Fi Protected Setup) kunt u snel verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk. Een veilige verbinding wordt opgezet door op de WPS-knop te
duwen of door de pincode in te voeren.
Om de WPS-functie te gebruiken en een Wi-Fi-verbinding tussen uw
telefoon en een Wi-Fi-hotspot tot stand te brengen, moet u ervoor
zorgen dat de Wi-Fi-hotspot ook de WPS ondersteunt.
Wi-Fi Direct
Met Wi-Fi Direct kunt u eenvoudig een verbinding maken tussen twee
apparaten en gegevens overdragen of delen tussen die twee apparaten.
Twee apparaten verbinden met Wi-Fi Direct
1.
Op het startscherm tikt u op
2.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
te schakelen.
en vervolgens op het tabblad Alles.
op de Wi-Fi-schakelaar om Wi-Fi in
op Wi-Fi.
en vervolgens op het tabblad Alles.
op de Wi-Fi-schakelaar om Wi-Fi in
Internetverbinding
44