nl
1.7
Elektrische werkzaam-
heden
1.8
Installatie/demontage
6
•
Installatie-/demontagewerkzaamheden: De monteur moet een
opleiding hebben gevolgd voor de omgang met de noodzakelij-
ke gereedschappen en bevestigingsmaterialen.
•
De bediening moet door personen worden uitgevoerd die geïn-
strueerd zijn over de werking van de volledige installatie.
•
Onderhoudswerkzaamheden: De vakman moet vertrouwd zijn
in de omgang met de gebruikte bedrijfsstoffen en met het af-
voeren van deze stoffen.
Definitie 'Elektromonteur'
Een elektromonteur is een persoon met een geschikte vakoplei-
ding, kennis en ervaring, die de gevaren van elektriciteit kan her-
kennen en voorkomen.
De verantwoordelijkheidsgebieden, bevoegdheden en bewaking
van het personeel moeten door de gebruiker worden gewaar-
borgd. Als het personeel niet over de vereiste kennis beschikt,
moet het worden geschoold en geïnstrueerd. Indien nodig, kan dit
in opdracht van de gebruiker door de fabrikant van het product
worden uitgevoerd.
Het product mag niet door personen (betreft ook kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische en geestelijke vermogens worden
bediend, wanneer zij niet door een voor hun veiligheid verant-
woordelijke persoon zijn geïnstrueerd over de omgang met het
product.
Zie erop toe dat er geen kinderen met het product spelen.
•
Elektrische werkzaamheden moeten door een elektromonteur
worden uitgevoerd.
•
De geldende nationale richtlijnen, normen en voorschriften
evenals de bepalingen van de plaatselijke energiebedrijven die-
nen te worden opgevolgd bij het aansluiten op het lokale elek-
triciteitsnet.
•
Voor aanvang van alle werkzaamheden moet het product van
het elektriciteitsnet worden losgekoppeld en tegen herinscha-
kelen worden beveiligd.
•
De aansluiting moet met een lekstroom-veiligheidsschakelaar
(RCD) worden beveiligd.
•
Het product moet worden geaard.
•
Defecte kabels moeten direct door een elektromonteur worden
vervangen.
•
Draag een beschermingsuitrusting:
Veiligheidsschoenen
–
Veiligheidshandschoenen tegen snijwonden
–
Veiligheidshelm (bij toepassing van hijsmiddelen)
–
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Isar BOOST5 • Ed.06/2024-05