Inhoudsopgave
Advertenties
8
Storingen, oorzaken en oplos-
singen
Storing
Het bedieningsveld brandt niet.
Pomp start niet.
Watergebrek
Kortsluiting
Spanning te laag
9
Reserveonderdelen
10
Afvoeren
10.1
Informatie over het inzamelen van
gebruikte elektrische en elektroni-
sche producten
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Isar BOOST5 • Ed.06/2024-05
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Er staat ook spanning op de externe voedingsspanning als de hoofdscha-
kelaar is uitgeschakeld!
• Trek altijd de stekker uit de voedingsspanning voordat u met de werk-
• Laat werkzaamheden aan de elektrische installatie door een elektro-
• Neem de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door ondeskundige reparatie!
• Laat een reparatie uitsluitend uitvoeren door gekwalificeerd perso-
Led-signaal
De leds branden niet.
De led systeemstatus brandt conti-
nu rood.
De led systeemstatus knippert
rood.
De led systeemstatus brandt conti-
nu groen.
De led systeemstatus knippert
rood.
De leds voor de bedrijfstoestand
knipperen groen.
De led systeemstatus knippert
rood.
De leds voor de bedrijfstoestand
branden continu groen.
De led systeemstatus knippert
rood.
De leds voor de bedrijfstoestand
knipperen groen in het gedeelte
"5".
De bestelling van reserveonderdelen verloopt via de servicedienst. Om latere vragen en ver-
keerde bestellingen te voorkomen, moeten altijd het artikelnummer en de productiedatum
worden opgegeven. Technische wijzigingen voorbehouden!
Door dit product op de voorgeschreven wijze af te voeren en correct te recyclen, worden
milieuschade en persoonlijke gezondheidsrisico's voorkomen.
zaamheden begint.
monteur uitvoeren.
neel.
Oplossing
Controleer of de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Controleer de voedingsspanning en de juiste staat van de lek-
stroom-veiligheidsschakelaar.
Schakel de installatie in met de bedieningstoets "Aan/uit".
Zie "Alarmcodes [" 17]".
De installatiedruk daalt niet tot onder de ingestelde werkdruk.
Controleer of de aanzuiging van water wordt voorzien.
Controleer of de aanzuiging niet verstopt is.
Vul de pomp en laat deze aanzuigen.
Controleer of de installatie niet is geblokkeerd:
•
Open de stop op de achterkant van de motor en draai de as.
Controleer of de kabels, stekkers en de contactdoos onbescha-
digd zijn en of er geen sprake is van lekstroom.
De spanning is lager dan 15% onder de op het typeplaatje ver-
melde waarde. Zorg ervoor dat de spanning binnen de grens-
waarde ±15% ligt.
nl
19
Advertenties
Inhoudsopgave
