6
6.1
6.1.1
6.1.2
6.1.3
Mechanische
asafdichting
6.1.4
30 / 64
Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling
Inbedrijfname
Voorwaarde voor het in bedrijf nemen
Vóór inbedrijfname van het pompaggregaat moet aan de volgende punten zijn voldaan:
– Het pompaggregaat is volgens de voorschriften elektrisch met alle
beveiligingsvoorzieningen aangesloten. [ð Hoofdstuk 5.6, Pagina 27]
– De pomp is gevuld met te verpompen medium en is ontlucht.
– De draairichting is gecontroleerd.
– Alle extra aansluitingen zijn aangesloten en functioneren.
– De smeermiddelen zijn gecontroleerd.
– Na langere stilstand van de pomp/het pompaggregaat zijn de maatregelen voor opnieuw
in bedrijf nemen uitgevoerd. [ð Hoofdstuk 6.4, Pagina 35]
– De borgplaatjes, indien aanwezig, zijn uit de spiebaan getrokken.
Vullen met smeermiddel
Vetgesmeerde lagers zijn al gevuld.
Asafdichting controleren
De mechanische asafdichting vertoont tijdens bedrijf slechts geringe of niet-zichtbare
lekkageverliezen (dampvorm).
Mechanische asafdichtingen zijn onderhoudsvrij.
De pomp vullen en ontluchten
GEVAAR
Vorming van een explosiegevaarlijke atmosfeer in de pomp
Explosiegevaar!
Ø Voor het inschakelen de pomp en de zuigleiding ontluchten en vullen met te
verpompen medium.
LET OP
Verhoogde slijtage door drooglopen
Beschadiging van het pompaggregaat!
Ø Nooit het pompaggregaat in lege toestand gebruiken.
Ø Nooit tijdens bedrijf de afsluiter in de zuigleiding en/of aanvoerleiding
sluiten.
1. Pomp en zuigleiding ontluchten en met het te verpompen medium vullen.
Voor het ontluchten kan aansluiting 6D worden gebruikt (zie aansluitschema).
Bij verticale opstelling met de motor boven, aansluiting 5B (indien aanwezig) voor de
ontluchting gebruiken (zie aansluitschema) en .
2. Afsluiter in de zuigleiding geheel openen.
3. Indien aanwezig, extra aansluitingen (spervloeistof, spoelvloeistof enz.) geheel openen.