7 Inbedrijfstelling
83322207 2/2021-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Grond/water-warmtepomp Geoblock® WGB ...
14. Verwarmingswaterdebiet controleren
Verwarmingswaterdebiet controleren.
15. Overstroomventiel instellen
Bij de instelling van het overstroomventiel moet ervoor gezorgd worden dat het
minimumdebiet in de verwarmingsmodus aangehouden wordt.
Warmtepomp in verwarmingsmodus laten werken en controleren of de
warmtepomp de stookkring voedt.
Ventielen aan alle zones van de vloerverwarming openen.
Overstroomventiel op de grootste gewenste waarde instellen
Toerental van de circulatiepomp in de inbedrijfstellingsassistent zodanig instellen
dat het verwarmingswaterdebiet [l/h] voor de dimensionering (nominaal
vermogen) van de vloerverwarming bereikt wordt.
Overstroomventiel op de kleinste gewenste waarde instellen.
Afsluitinrichtingen vertrek stookkring en terugloop stookkring op de verdeler van
de vloerverwarming sluiten.
Overstroomventiel op de minimumdebiet-verwarmingsmodus van de condensor
instellen [hfst. 3.4.6].
Afsluitinrichtingen op de verdeler van de vloerverwarming terug openen.
Ventielen aan alle zones van de vloerverwarming terug openen.
1
1 Regelschroef
16. Afsluitende werkzaamheden
Bij continubedrijf moet een teruglooptemperatuur van minstens 20 °C in alle
open stookkringen gegarandeerd worden [hfst. 2.1].
Bekleding monteren.
Gebruiker over de bediening van de installatie informeren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en erop wijzen
deze steeds bij de installatie te bewaren.
Gebruiker wijzen op het jaarlijkse onderhoud van de installatie.
Doorgevoerde werken in het interventierapport en op de inspectiekaart
documenteren.
94-136