7 Inbedrijfstelling
83322207 2/2021-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Grond/water-warmtepomp Geoblock® WGB ...
7 Inbedrijfstelling
7.1 Voorwaarden
De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden.
Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid.
Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat:
alle montage- en installatiewerken correct uitgevoerd zijn;
de warmtebron volgens VDI 4640 gedimensioneerd is;
de warmtebron voor het maximale verwarmingsvermogen of evt. voor het
beperkte maximale verwarmingsvermogen van de warmtepomp
gedimensioneerd is [hfst. 3.4.7];
alle afsluitinrichtingen binnen en buiten geopend zijn;
toestel en installatie met medium gevuld en ontlucht zijn;
de glycolwaterkring met medium gevuld en ontlucht is;
de bijgeleverde vuilzeef (glycolwaterkring) op de warmtebron ingang in WP
gemonteerd is;
teruglooptemperaturen van minstens 20 °C in alle open stookkringen
aangehouden worden;
er afname van warmte of koude (optioneel) is;
de transportbeveiliging verwijderd is [hfst. 4.2];
alle regel-, sturings- en veiligheidsinrichtingen functioneel en correct ingesteld
zijn.
Andere installatiegebonden controles kunnen noodzakelijk zijn. Let hierbij op de
bedieningsvoorschriften van de verschillende installatiecomponenten.
88-136