2.6
Technische gegevens (3)
2.6.2
Extern beschikbare opvoerhoogte
Het werkpunt van een installatie is het punt waar de totale
weerstand van het toestel en de installatie in evenwicht is
met de opbrengst van de pomp. Dit werkpunt wordt
gekenmerkt door een bepaalde volumestroom en een
druk. Deze druk is het drukverlies van het totale systeem.
Het werkpunt ligt op de lijn in de pompkarakteristiek.
Er dient in verband met deze volumestroom op twee zaken
gelet te worden:
1. De weerstand van de cv-installatie mag niet te groot
worden, omdat de doorstroming dan te beperkt wordt.
Het temperatuurverschil over de wisselaar mag
o
maximaal 22
C zijn (bij vollast: 80/60
Als de weerstand van de cv-installatie klein is, kan de
pomp 1 of 2 standen terug worden gezet.
2. De volumestroom dient minimaal 200l/h te zijn.
Bij een cv-installatie met alleen thermostatische
radiatorkranen dient daarom een bypass geïnstalleerd
te worden die dit waarborgt.
De instelling van de tapwaterpomp moet altijd op
maximaal staan (als er geen schakelaar op
zit staat deze maximaal).
De externe beschikbare opvoerhoogte
Uitleg bij de grafieken
In de grafiek wordt de extern beschikbare pompopvoer-
hoogte weergegeven. Dit is dus geen grafiek met de
pompopvoerhoogte van de pomp alleen. De weerstand
van het toestel is van de pomp-opvoerhoogte afgetrokken
en wat overblijft is de extern beschikbare pompopvoer-
hoogte, ook wel genoemd:
•
pomp-opvoerhoogte min de weerstand toestel
(cv-zijdig);
•
maximaal toegestane weerstand van het aangesloten
cv-systeem;
•
restopvoerhoogte.
72
DMF04
2.6.3 Tapwaterzijdig drukverlies
Als de hoeveelheid doorstromend tapwater in het toestel
toeneemt, neemt ook het drukverlies (weerstand) over het
toestel toe. Dit drukverlies wordt grotendeels bepaald door
de hoeveelheidsbegrenzer (aanwezig bij de Econpact C-
toestellen). Als de kraan helemaal open wordt gedraaid,
doet de volgende situatie zich voor. De waterdruk voor het
toestel zal in evenwicht komen met het totale drukverlies
over het toestel, inclusief het leidingsysteem met de kraan.
Bij dit evenwicht, het werkpunt, hoort een volumestroom.
De weerstand van de hoeveelheids-begrenzer is zo
gekozen dat de nominale volumestroom bij de meest
voorkomende voordruk ligt.
o
C).
Wat te doen bij een te lage voordruk
Als de voordruk bij het toestel te laag is, bijvoorbeeld bij
hoogbouw, verschuift het evenwicht te ver waardoor de
volumestroom minder wordt.
Om de volumestroom weer te vergroten moet de
hoeveelheidsbegrenzer uit het toestel worden verwijderd.
Het gevolg hiervan is dat het evenwicht weer te ver naar de
andere kant verschuift, waardoor de volumestroom weer te
groot wordt. Plaats een instelbaar kraantje om de volume-
stroom goed in te kunnen stellen.
1. Het drukverlies met hoeveelheidsbegrenzer.
2. Het drukverlies zonder hoeveelheidsbegrenzer.
125/225/235 C, 127/135 A/C
Tapwaterzijdig drukverlies ECONPACT 125/127/225C
liter/minuut
Tapwaterzijdig drukverlies ECONPACT 135/235C
liter/minuut