1.3
Storingsanalyse (5)
Mogelijkheid 3
Er is een probleem met de
brander of de gas-/lucht-
verhouding.
Mogelijkheid 4
Het toestel ontsteekt en
blijft goed functioneren.
20
1. Krijgt het gasblok voldoende gas toegevoerd?
•
Staat de gaskraan helemaal open? Ook in de meterkast?
•
Is de gasleiding goed ontlucht (vooral bij de eerste inbedrijfstelling)?
Ontlucht de leiding door middel van de gasvoordrukmeetnippel op het
gasblok (linker meetnippel) of start het toestel een aantal keren.
•
Controleer de statische en dynamische gasvoordruk:
Sluit een drukmeter aan op het linker meetnippel van het gasblok.
-
Statisch:
als toestel niet in bedrijf is;
-
Dynamisch: als een toestel in bedrijf is.
Zowel bij laaglast als vollast meten.
Juiste voordrukken (zowel statisch als dynamisch):
-
Aardgas: gasvoordruk tussen 20 en 30 mbar;
-
Propaan: gasvoordruk tussen 30 en 50 mbar.
•
Als de statische voordruk in orde is maar de dynamische niet:
De gastoevoer is niet in orde. Controleer of de gasleiding verstopt is en
of de gasdrukregelaar bij de gasmeter niet defect is (B-klep).
Als er te weinig gas wordt toegevoerd zal het toestel wel op laagstand
branden maar op vollast weer uitschakelen.
•
Bij een propaantank: Is de tank leeg? Is de tank goed ontlucht?
2. Is het gasblok correct afgesteld?
Vanaf de fabriek is het gasblok goed afgesteld en verzegeld. Het is
echter mogelijk dat het in de loop van de tijd deze afstelling iets gaat
verlopen. Controleer het gas-/luchtdrukverschil.
Uitleg gas-/luchtdrukverschilmeting ...................................
3. Is er een brandersteen gescheurd?
In dit geval maakt de brander meestal een onrustig geluid bij het
ontsteken. Vervang het gehele branderbed als er een steen gescheurd is.
Let op bij het verwijderen en plaatsen van de brander:
•
Het branderbed is vrij los in de branderkap bevestigd!
•
Plaats de nieuwe meegeleverde pakking.
•
Als de brander in orde is en wordt terugplaatst:
Let op het gaatjes patroon. Als er grote en kleine gaatjes in de lucht-
verdeelplaat zitten: de grote gaatjes horen aan de linkerkant.
•
Controleer in dit geval ook de afstelling van het gasblok!
Uitleg gas-/luchtdrukverschilmeting ...................................
4. Is er recirculatie van rookgassen?
In dit geval komt er warme vochtige lucht via de luchttoevoerpijp terug in
het toestel. Deze lucht bestaat voor een deel uit rookgassen, waardoor
ook het CO2-percentage vrij hoog is. Bij recirculatie is de ruimte waar de
cv-wisselaar zit vochtig.
1. Controleer de historie op voorgekomen foutcodes.
Zie voor uitlezen van de historie .......................................
•
Kijk bij de uitleg van de voorkomende storingscodes.
•
Als er veel A04-storingen zijn, kan dit de volgende oorzaken hebben:
-
Mogelijk is het keramiek van de de ionisatiepen vervuild of
beschadigd is. Mogelijk zit er aan de voorzijde, waar de pen uit het
keramiek komt, vochtig cement.
De ionisatiepen niet schoonmaken, maar vervangen.
-
Mogelijk raakt het isolatiemateriaal, waar de ionisatiepen doorheen
is gestoken, de pen zelf. Als dit materiaal vochtig wordt, kan het een
lekstroom veroorzaken, waardoor de branderautomaat onvoldoende
signaal krijgt.
2. Als de brander op laagstand resoneert: controleer of de gas/luchtdruk-
verhouding in orde is.
Uitleg gas-/luchtdrukverschilmeting ..................................
DMF04
27/35 A/C, 50 A/B
blz. 36
blz. 36
blz. 12
blz. 36