1.3
Storingsanalyse (4)
Te hoge
rookgastemperatuur
Bij de ECONPACT 27/35 A:
standaard geen rookgas-
sensor aangesloten.
Bij de ECONPACT 50 A/B :
standaard wel een rook-
gassensor aangesloten.
Wegvallen ionisatie
3 maal in 1 minuut
Mogelijkheid 1: Er is te weinig doorstroming door het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem.
Mogelijkheid 2: Er is een probleem met het ionisatiesignaal.
Mogelijkheid 3: Er is een probleem met de brander of de gas-/luchtverhouding.
Mogelijkheid 4: Het toestel ontsteekt en blijft goed functioneren.
Mogelijkheid 1
Er is te weinig doorstro-
ming door het luchttoevoer-
en rookgasafvoersysteem.
Mogelijkheid 2
Er is een probleem met
het ionisatiesignaal.
Zie verder op de volgende
bladzijde.
Binnen 24 uur drie maal een te hoge rookgastemperatuur (>85
waargenomen (3 maal een E07-storing in 24 uur).
•
Als u een aantal malen op de functietoets F drukt, ziet u bij de functie P
de rookgastemperatuur of als de sensor niet is aangeslotende de
fictieve waarde (+/- 25) vermeld.
•
Bij deze storing dient u op R te drukken om de storing te resetten.
•
Kijk bij storing E13. Hier wordt uitleg gegeven over de juiste weerstand.
•
Als deze foutcode blijft optreden: vervang de hoofd- en displayprint.
•
Controleer of de rookgastemperatuur bij branden op vollast lager dan
o
85
C is (bij een aanvoer- en retourtemperatuur van 90/70
Zo niet: controleer of de cv-wisselaar in orde is.
•
Controleer of het rookgasafvoer-/luchttoevoersysteem in orde is.
Zie uitleg bij A04-storing, mogelijkheid 1. Als dit in orde is en de storing
blijft terugkomen: vervang de hoofd- en displayprint.
•
Zie ook de uitleg bij de E07- en E13-storingscodes.
De vlam wordt waargenomen, maar het signaal valt daarna snel
weer weg. Na drie ontsteekpogingen treedt er een A04-storing op.
Is het luchttoevoer- of rookgasafvoersysteem verstopt?
•
Controleer of alle rookgasafvoerpijpen op afschot liggen en er nergens
water in een pijp kan blijven staan. Dit kan de pijp verstoppen.
•
Bij borrelend geluid in de condensbak:
-
Zit er geen knik in de condensslang tussen het toestel en de sifon?
-
Laat het sifon leeglopen door de vuilopvangbeker onder de sifon te
verwijderen.
-
Schroef het inspectieluik van de condensopvang bak EEN BEETJE
los (aan een kant). ER KAN NOG WATER IN STAAN! Doorsteek in dit
geval eerst de slang en de condensafvoeropening van de condensbak.
Maak de condensbak schoon.
Let op!
•
Als het inspectieluik open is terwijl de brander aan is komen er rook-
gassen vrij. Rookgassen zijn ongezond. Zorg dat deze worden
afgevoerd: Ventileren!
•
Let bij de montage van het inspectieluik op dat dit luik op de juiste wijze
op de condensbak wordt gemonteerd (brede rand onder).
Is er voldoende ionisatiesignaal?
Algemeen: als u een punt op het display ziet, meet de branderautomaat
een ionisatiesignaal.
•
Controleer de aansluitingen tussen de ionisatiepen en de brander-
automaat. De klemmen, op zowel de pen als op de branderautomaat,
dienen goed vast te zitten.
•
Is de ionisatiepen tot aan de aanslag in de houder gestoken?
•
Controleer of er vervuiling op de pen aanwezig is en of de pen het
isolatiemateriaal in de branderkamer raakt. Een klein beetje (vochtig)
vuil, bijvoorbeeld isolatiemateriaal kan al zorgen voor een lekstroom
naar aarde, waardoor de gemeten ionisatiestroom minder wordt. Dit
komt vooral voor bij ketels die koud zijn.
•
Controleer of de ionisatiestroom (DC) voldoende is:
- Toestel t/m 1998: minimaal 0,8 µ Ampère bij een brander op laagstand.
- Toestel na 1999: minimaal 0,5 µ Ampère bij een brander op laagstand:
het ventilatortoerental moet 30 - 40% zijn (= F van het gebruikersmenu).
Zie voor uitleg van het gebruikersmenu .............................
Zet de (-) op de ionisatiepen en de (+) op de branderautomaat.
•
Bij twijfel: de ionisatiepen niet schoonmaken, maar vervangen.
DMF02
27/35 A/C, 50 A/B
o
C)
o
C).
blz. 10
19