9 Storing / Reparatie
Geen nakoeling nadat de brander is gedoofd
U
Toestel heeft heel kort gebrand.
•
Nakoelthermostaat te hoog afgesteld (of nakoeltimer te kort).
•
Nakoelthermostaat (of nakoeltimer) defect.
•
Branderautomaat defect.
Blijft te lang of continue nakoelen
U
•
Nakoelthermostaat te laag afgesteld (of nakoeltimer te lang).
•
Nakoelthermostaat (of nakoeltimer) defect.
Motor komt heel langzaam op toeren
U
Te lage netspanning.
•
Oliepomp loopt zwaar.
•
Motor defect.
Brandt eerst goed, zakt dan langzamerhand af
U
Ontluchting van de olietank verstopt.(gaat vacuüm trekken)
Hoofdkraan van de olietank is dicht.
Lucht in de olietoevoerleiding.
Olieleiding verstopt.
Oliefilter vervuild. (zie hoofdstuk onderhoud)
•
Oliepomp defect.
•
Verstuiver verstopt.
•
Olieklep (bijna) defect.
Toestel doet helemaal niets, er brandt ook geen storingslampje
U
Geen netspanning, zekering defect.
•
Breuk in de netspanningkabel.
Steeds veel lucht in de leidingen
U
Toestel hangt te hoog, of er zijn verkeerde olieleidingen gekozen.
Lekkage in de olieaanvoerleiding of verbindingen.
•
O-ring in het oliefilter slecht.
Tijdens branden of ventileren komen er spetters olie uit het toestel
U
Oliefilterglas gescheurd.
•
Lekkage oliepomp.
•
Verstuiver defect.
•
Lekkage verbinding in het toestel.
•
Ontstekingspennen staan in de sproeihoek van de verstuiver afgesteld.
Toestel werkt alleen via de keuzeschakelaar
U
•
Ruimtethermostaat defect.
•
Draadbreuk of los contact.
Toestel blijft doorbranden als deze uitgezet wordt
U
•
Olieklep blijft open staan; defect.
•
Branderautomaat defect
•
Ruimtethermostaat defect.(blijft "kleven")
•
Sluiting in de nakoelthermostaat.
Toestel brandt aan één kant van de branderkamer
U
•
Verstuiver defect.
Er komt wel olie in de branderkamer maar ontbrandt niet
U
•
Te lage pompdruk.
•
Ontstekingspennen niet juist afgesteld.
•
Verstuiver verstopt.
Motorschakelaar in de bedradingkast maakt ratelend geluid
U
•
Nakoelthermostaat (of nakoeltimer) werkt niet goed meer.
•
Motorschakelaar (bijna) defect of erg stoffig.
Gebruiksaanwijzing P 40 - P 120
Uitgave: 10.04
U
U
U
U
U
Pagina 19