4 Montagehandleiding
Aan de andere zijde van de kabel dient
een goede 5-polige CEE form 16 A
krachtstroomstekker gemonteerd te
worden. De aansluiting van de kabel in de
stekker is als volgt:
Bruin
L1
Zwart
L2
Zwart
L3
Blauw
N
Groen/Geel
Aarde
Controle van juiste aansluiting:
Mocht de elektromotor na aansluiting de verkeerde kant op draaien, (de luchtstroom komt
dan aan de achterzijde uit het toestel) moeten er twee fasedraden van de netspanningkabel
worden verwisseld.
4.4.2 Besturing
Er zijn drie mogelijkheden om het toestel aan te sturen:
1.
Één toestel op één ruimtethermostaat:
U
2.
Meerdere toestellen op één ruimtethermostaat:
U
3.
24 V - 230 V AC / DC sturing:
U
4.4.2.1 Één toestel op één ruimtethermostaat
Het toestel zal gaan functioneren als de contacten 8 en 9 van het toestel worden
kortgesloten. Dit kan o.a. met een ruimtethermostaat of een (tijd)schakelaar.
(Op de contacten staat 230V van het desbetreffende toestel)
Gebruik een goede waterdichte ruimtethermostaat. Deze dient geschikt te zijn voor
230 V en een aardeaansluiting te hebben. Sluit de ruimtethermostaat aan volgens het
schema welke bij de thermostaat geleverd wordt.
Bevestig de ruimtethermostaat op de plaats waar de temperatuur geregeld moet worden.
LET OP!
Wanneer u de heater direct aansluit op een ruimtethermostaat dient u minimaal een 3 x 1
2
mm
kabel te gebruiken, sluit altijd de aardedraad aan.
P
P
4.4.2.2 Meerdere toestellen op één ruimtethermostaat:
LET OP!
De ruimtethermostaat geeft een signaal aan de klimaatcomputer, een stuurstroomkast of een
(tijd)relais. Hierin bevinden zich meerdere (potentiaalvrije) contacten.
Gebruiksaanwijzing P 40 - P 120
Uitgave: 10.04
( fase )
( fase )
( fase )
( nul )
Plaats de thermostaat nooit direct voor of achter de heater, omdat de
luchtstroom van de heater de temperatuursinstelling dan kan
beïnvloeden. Naast de heater is meestal de beste opstelling.
Sluit in dit geval nooit twee toestellen aan op één contact!
Ieder toestel moet afzonderlijk op een potentiaalvrij contact worden
aangesloten.
Pagina 11