4 Montagehandleiding
Wanneer u één heater op de olietank aansluit hoeft u geen gebruik te maken van de
oliepotten maar kunt u de aanvoer en afvoer direct op de tank aansluiten.
Let echter wel op onderstaande punten:
•
De toevoerleiding dient ongeveer 5 cm van de bodem van de tank verwijderd te blijven,
om aanzuiging van vuil te voorkomen.
•
Onderaan in de tank dient een terugslagklep aan de aanvoerleiding gemonteerd te
worden, waarmee teruglopen van de olie voorkomen wordt.
D
•
e retourleiding dient minimaal te eindigen op de helft van de olietank
1 olieklep
2 oliepomp
3 stelschroef pompdruk
4 retourleiding
5 meetpunt pompdruk
6 oliefilter
7 aanvoerleiding
8 olieopvangbak
4.3.1 Olieleidingen
Bij het aansluiten van de olieleidingen tussen de heater en de oliepot of (olietank) moet men
met de volgende punten rekening houden:
•
De lengte van de olieleiding.
•
De diameter van de olieleiding.
•
Het hoogteverschil tussen de olietank en de heater.
•
De soort brandstof die gebruikt wordt.
In de volgende tabel zijn deze punten verwerkt en kunt u bepalen wat voor u van toepassing
is. Er is in deze tabel van uit gegaan dat de heater hoger hangt dan de olietank.
BRANDSTOF:
petroleum (paraffine / kerosine) of dieselolie (huisbrandolie)
H = Hoogteverschil bodem olietank (of oliepot) naar de pomp op de heater (in m).
∅ = Inwendige diameter olieleidingen (in mm).
L = Maximale lengte olieleidingen (in m).
Gebruiksaanwijzing P 40 - P 120
Uitgave: 10.04
Pagina 9